27. Van der Palm (1790), 21. 28. RAZ FA Reigersberg Versluys 33: Brieven van Johan Pieter van den Brande aan zijn moeder Maria van Reygersberg geschreven op zijn reis door Duitsland, Honga rije, Zwitserland, Italië en Frankrijk (12 november 1756 - 13 februari 1759). 29. RAZ FA Schorer 485: Aanstelling 7 december 1759. Volgens Van Dijk (1963), 81 heeft Van de Perre na zijn studie wegens zijn minderjarigheid nog handlichting ('veni- am aetatis') bij de Staten van Zeeland moeten aanvragen, om daarmee handelingsbe- kwaam te worden. 30. Een huwelijksgedicht door P.J. AGantesweiler berust in het FA Jhr. Schorer te Drie bergen. 31. RAZ FA Van Doorn van Westkapelle 20. Voor een lijst van goederen die door Jacoba van den Brande ten huwelijk zijn aangebracht, zie: RAZ FA Schorer 473. 32. Van der Bijl (1981), 204. 33. Nagtglas (1888-1893), II, 487. 34. RAZ FA Reigersberg Versluys 33: brief 15 januari 1759. 35. Nagtglas (1888-1893), 1,75. 36. RAZ FA Schorer 474. 37. A. Meerkamp van Embden, NNBWW (1921), 485. Mogelijk was dit het huis waarin later Paulus Eduwaldus van de Perre woonde, (vgl. R. Willems J.H. Kluiver, 'De geschiedenis van de vroegere gebouwen van de Rijks Pedagogische Academie en de Rijksleerschool te Middelburg', Nehalennia, afl. 35 (1980), 3-25.) 38. Voor een inventaris van de nalatenschap zie: RAZ FA Schorer 586-588; hierin ook een inventaris van het huis 'De Commanderij'. Voor vroegere inventarissen en bewo- ningsgeschiedenis, zie: Ph.J.C.G. van Hinsbergen, Inventaris van het archief van de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht 1200-1811, (Utrecht. 1955/1982), 179- 184. 39. Jilleba (1979). Vgl. H.M. van den Berg. 'Het architectonisch werk van J.P. van Baur- scheit de jonge in de Noordelijke Nederlanden', Opus Musivum, (Assen. 1964), 315- 344. Een zilveren truweel gebruikt ter gelegenheid van de 'herbouwing en vergrooting van het huijs genaamt de Commanderij' (op 9 maart 1765) berustte tot 1940 in de ste delijke oudheidkamer van Middelburg. (De Stoppelaar, (1887), nr. 285.) 40. Stadsarchief Antwerpen, desolate boedelkamer, brievenboek van J.P. van Baur- scheit. Copieën van de brieven van Van Baurscheit (mei 1763 - september 1764) zijn verkregen door de welwillende medewerking van Drs. J.H. Kluiver. 41Een onderzoek naar de architectuur van het huis is in 1983 uitgevoerd door de bouw kundige studentes Iris Bakker en Joke Rooth. Hun rapport zal in 1984 worden uitge bracht (TH Delft). 42. Over de indeling en aankleding van de woning kunnen we gelukkig ook iets meedelen Dit in aanvulling op Jilleba, die in 1979 een uitvoerige beschrijving van het huis gepu bliceerd heeft. In 1796 is de inboedel van het huis namelijk geïnventariseerd, na de dood van Jacoba van den Brande (RAZ FA Schorer 481, fol. 400 - 416). De lijst geeft ons een aardige indruk van de sfeer die het echtpaar van de Perre- Van den Brande om zich heen wist te creëren. Uit de stukken is de notaris op zijn rondgang door het huis precies te volgen. Vanaf de grote zolders (waarde knechtskamer was gelegen) daalt hij naar beneden af. Op de verdieping komt als eerste vertrek de 'Roode Kamer' aan de orde. Het is kenne lijk een logeerkamer, want er staan een tweetal bedden op de met Spaanse matten be klede vloer. Een 'Lit d'Angc' met een rood marokijnen behangsel springt het meest in het oog. Verder staan er nog een mahoniehouten wastafel, een bewerkte toilettafel en een cylinder penanttafel. 129

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 175