in de collectie Van de Perre - Schorer nr. 49 (RAZ). Als zeer opmerkelijke voorwaar
de mag hieruit nog genoemd worden de conditie dat de huisbewaarder op geen enkel
ogenblik Van de Perre zou mogen lastig vallen met verzoeken aangaande de bediening
van ambten, zowel voor zichzelf als voor anderen.
50. Notulen van de Staten van Zeeland (1778), 598.
III. EEN NIEUWE LEVENSFASE ALS PHILOSOOPH' (1779-1790)
1. Van der Palm (1790), 23.
2. Bots (1972); vgl. Dekker (1955) en Snelders (1976).
3. Mijnhardt (1979), 11.
4. vgl. Bots (1972).
5. Mijnhardt (1979), 20.
6. Zie ook: Zuidervaart Hoitsma (1982), 82 - 83.
7. Van der Palm (1790), 24 -25.
8. Van der Palm (1790), 29.
9. Van de Perre (1785), 14.
10. Museum Meermanno Westreenianum, brieven coll.: brief aan de boekhandelaar Pie-
ter van Damme, aug. 1779.
11. Zie Hoofdstuk VIII.
12. William Derham, Godgeleerde Natuurkunde; of eene overtuigende betooging van
Gods wezen en eigenschappen, uit de beschouwing van de werken derscheppinge[Lei
den, 17392], 4-26.
13. Jan Noppen, 'Over het nut der aanmerkingen, over de nuttigheden in het doen der
waarnemingen van het weder, de winden, enz. enz', Verh. HMWI (1754), 498 - 513.
14. Verh. NGCS I afd. I, ('s Hage, 17832), 253-255.
15. Zie voor hen allen: Nagtglas (1888-1893). Voor een biografie van Bomme, zie: Van
Benthem Jutting (1969).
16. Nagtglas verhaalt nog de fraaie overlevering hoe bij het deftige middagmaal op West-
hove de oudst aanwezige Middelburgse predikant voorging in het gebed. Dit geschied
de dan zo omslachtig, dat wanneer het keukenpersoneel de vis in de ketel deed op het
moment waarop de eerwaarde predikant aan de zegen voor de Oost-Indische Com
pagnie begon, deze net gaar was op het ogenblik waarop het 'Amen' uitgesproken
werd. (Nagtglas (1888-1893), II, 376.)
17. H. van Dijk D J. Roorda, 'Het patriciaat in Zierikzee tijdens de Republiek', Ar
chief KZGW 1979, 100.
18. Nagtglas (1888-1893), II, 929 - 933. Brieven zijn bewaard in de PBZ (coll. handschr.),
op het RAZ (FA Van Doorn van Westkapelle 15) en in FA Jhr Schorer te Driebergen
19. Door Te Water zelf uitvoerig besproken in zijn autobiografie. (Te Water (1822)).
20. Te Water (1822), 35; vgl. Van Dijk (1963), 123 - 128.
21J.W. te Water, Historie van het Verbond en de smeekschriften der Nederlandsche Ede
len, tweede stuk, (Middelburg, 1779), Voorbericht.
22. Te Water (1822), 315-317.
23. vgl. PBZ, coll. handschr. KZGW 2084, 2085, 2086, 2087, 2089, 2091 en 2043.
24. Te Water (1822), 378 - 380; PBZ, coll. Handschr. (KZGW) 2088, 2089, 2090.
134