10. Verh. ZGW 15 XV (1792), voorbericht, XXX - XL.
11. Zeelands Chronyk Almanach (1792), 29; vgl. de lovende woorden bij Scheltema,
(1806), 182-183.
12. vgl. RAZ, oud-archief KZGW 233, fol. 113, en ibidem 236, fol. 54.
13. RAZ, FA Schorer 526; copie in Arch. Nat. Gez. (GA Middelburg).
14. Zeelands Chronyk Almanach (1792), 31 - 32; Schoute (1923), 22 - 23.
15. RAZ, oud-archief KZGW 233, fol. 115 vs. (5 jan. 1791).
16. Zie hoofdstuk III, noot 33.
17. Zie hoofdstuk IX, noot 14.
18. Kluiver (1974), 102.
19. FA Jhr Schorer te Driebergen.
20. Beets (1842), 46.
21. vgl. Nijk (1917).
22. De Groot (1960), 38.
23. Rethaan Macaré (vgl. hierboven, noot 8) beschrijft haar grafzerk in de Oude Kerk als
volgt (No. 190):
Een Weduwe Wapen Van de Perre en van Van den Brande.
Op het wapen is een surtout [HJZ: hartschildje] zijnde een zwarte klimmende
Leeuw op een goud veld. Boven het surtout een goude kroon. Obiit 14 augustus 1794.
16 quartieren:
VandenBrande Thibaut Van Reijgersberg Ingels
De Meijer VanGogh DeWaert Schot
VanderBorsselen Herve Nicolaï Van Reijgersberg
Verbeeck DeFresne Coole Oorts
Dog deze quartieren zijn geheel verkeerd en moesten zijn, blijkens de nevenstaande
explicatie:
VandenBrande Thibaut Van Reijgersberg Ingels
Van der Graaf De Geer VanGheel Bartholotti van den Heuvel
DeMeij VanGogh DeWaert Schorer
VanBorsselen VanCrommon Lampsins VanErp
Van der Hooge
Aldus Rethaan Macaré, die zijn bewering staaft met een bijgeschreven kwartierstaat.
24. De Groot (1960), 37 (noot 6).
25. RAZ FA Schorer 478 - 484 (1791 -1798). Zie voor een uitvoerige beschrijving de hier
boven (bij de afkortingen) genoemde inventaris door Jhr. Dr. G.F. Sandberg.
Van zakelijke of financiële aard zijn bovendien de nrs. 471 (nalatenschap Catharina
Cornelia Steengracht, wed. Johan van de Perre, 1771); 603 - 612 (nalatenschap Mr.
Martinus Johan Veth, heer van Westkapelle en Nieuwland (1698-1755), toekomende
aan de vier wezen van Mr. Johan van de Perre, 1759 - 1768); 818 (Nieuwerve en Wel-
singe, 1757-1790); 837 - 840,889 (Tienden Zuid-Beveland, 1770-1791; 854 - 856 (Reke
ningen Noord Beveland, 1762 - 1791).
Zie bovendien: RAZ coll. handschr. 406 (Rekeningen Zuid-Beveland, 1777 -1785).
26. We noemen slechts een zeer merkwaardige post uit de nalatenschap van Jacoba van
den Brande. Hierin staat een lening genoemd (ter grootte van/11.178,—die door Jo
han Adriaen van de Perre verstrekt is aan een zekert Joseph Priestleyten behoeve van
een schip genaamd 'The good intent'. Het is onduidelijk in hoeverre hier enige relatie
aanwezig is met betrekking tot de Joseph Priestley, welke door Van de Perre als che
micus bewonderd werd. Deze bezat ook als theoloog een grote vermaardheid. Van
een dergelijke onderneming wordt evenwel niets vermeld in de biografie over Priest-
144