4. Aantekening door Johannes Godefridus Frederiks (1828 -1896) in zijn eigen exemplaa
van het Biografisch Woordenboek van A.J. van der Aa, aanwezig op het gemeentear
chief te 's-Gravenhage. Frederiks was leraar geschiedenis aan diverse gymnasia in Ne
derland en bewerkte onder meer het Biografisch Woordenboek van Nederlandsche Let
terkundigen, Amsterdam, 1889.
(vgl. Nagtglas (1888-1893), I, 229 - 231; EVZ (1982) I, 420.)
5. J. Scheltema, Staatkundig Nederland, (Amsterdam, 1806), II, 182 - 183.
VERANTWOORDING VAN DE ILLUSTRATIES:
1. Zeeuws Museum. Middelburg. Zie Iconografie nr. I
2,22,23. FA Jhr L. Schorer te Driebergen.
3. Ned. Herv. Kerk te Westkapelle. Foto: A. Verburg.
Het doopbekken (diameter 29,5 crn) is vervaardigd door de Middelburgse zilversmid
Philippus Prié (1721-1793). Het opschrift luidt: 'Dit doopbekken aan den Wel Edelen
Gestrengen Heere Jonkheer MARTINUSIOHAN VETH VAN DE PERRE, vrij
heer van Westcappelle, Heer van 't Nieuland, voor sijne kerk vereert door den Wel
Edelen Gestrenge Heer en Mr IOHAN ADRIAAN VAN DE PERRE, Heer van
Nieuwerve en Welsinge, Kiesheer der/Stad Middelburg, bij gelegentheit vansijn Hu
welijk, met de Hoog Wel Geboren Jonkvrouw IACOBA VAN DEN BRANDE -
Den 30 October 1760
4. Penning door J.G. Holtzhey, part. verz. Diameter: 35 mm.
De voorzijde vertoont een liggende os met het blazoen van het St. Lucas-gilde (een zil
veren veld met drie lege schildjes). Daarnaast een zittende leeuw met het wapen Van
de Perre (doorsneden: boven van goud met een uitkomende adelaar van sabei; bene
den van lazuur met drie gedekte gouden bekers). De leeuw houdt twee rijk gestikte
vaandels met de wapens van de heerlijkheden Nieuwerve en Welsinge (vgl. Hst. VII,
noot 8).
Omschrift: CORPORE NON ANIMO NEC INSIGN(iis) DISJUNCTE Wel ge
scheiden van lichaam, maar niet van geest).
In de afsnede (behalve de naam van de graveur HOLTZHEY.F(ecit)): FRAT(res)
S()anc)T(i) LUCAE HOC NUMISMA D(ono) D(e) D(erunt) I. A. VAN DE PER
RE MDCCLXVIII. De broeders van St. Lucas hebben deze gedenkpenning ten
geschenke gegeven aan J. A. van de Perre, 1768.)
Keerzijde: Een rots in de branding, die door de zon beschenen wordt. Aan de voet er
van rijst een adelaar op, die met zijn rechterklauw een bloemtak en met zijn linker
klauw een strik van een koord vasthoudt. Aan het koord zijn zeven wapenschilden
vastgehecht, die tegen de rots aanleunen. Het zijn de wapens van achtereenvolgens:
De ridderschap van Zeeland, Middelburg, Goes, Vlissingen, Zierikzee, Tholen en
Vere.
In de afsnede zijn Van de Perre de volgende woorden in de mond gelegd: IN TUAM
ET PUBLICAM UTILITATEM ARDUA QUAERO. Ten uwen en ten algeme
nen nutte ga ik moeiten tegemoet).(Vgl. Hst. II, noot 20.)
5,7,21. Foto's: A. Verburg, Middelburg.
6,8. Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist.
9. RAZ, Historisch-topografische Atlas 'Zelandia Illustrata' van het KZGW (Catalogus
Unger, III, 229). Gewassen tekening in O.I. inkt door J. Arends, 1779.
10. Academisch Historisch Museum der Rijksuniversiteit Leiden. Tekening door A. Del
fos, 1803.
155