dat men, deze inziende, op alles ontkennende antwoorden aantreft, en dus alles, tot zijne verbazing, volstrekt onbewezen vindt]S. Alleen tot verbazing van iemand die de instructie van de commissie niet kent. Als in september 1801 een rechtse staatsgreep een eind maakt aan het bewind in Den Haag en de provinciale auto nomie verregaand weer herstelt is het rapport nog niet afgehandeld16. Deze coup maakte alles wat het onderzoek bedoeld had te bereiken weer ongedaan: in Zeeland keerde de oude elite terug en zaten, zoals een anonieme radicaal in 1804 observeerde, de bewerkers van de plunderingen weer op het kussen17. De stukken van de commissie kunnen dus niet gebruikt worden om een eventu ele organisatie van de plunderingen te bewijzen. Wel mogelijk is een onderzoek naar de gewone plunderaars. De commissie heeft zeer veel ooggetuigen van de plunderingen gehoord, en geeft van vele plunderaars (naar de bedoeling van het rapport, van allen) de naam, de woonplaats, de sexe, het beroep en de leeftijd. Ook wordt - tussendoor - materiaal gegeven over de gang van zaken en de ge bruiken bij een plundering. Belangrijk is dat de representativiteit veel groter is dan bij een juridische vervolging: het onderzoek was van meet af aan algemeen bedoeld. De gebeurtenissen in 1786-178818 Zoals elders organiseerde de patriotse burgerij van Zierikzee zich tijdens de vierde Engelse Oorlog in een vrijcorps, daarbij gesteund door een meerderheid van de facties in de magistraat. De toenemende polarisatie leidde tot een scheu ring, waarbij het vrijcorps, oorspronkelijk onderdeel van de schutterij, zelfstan dig werd. Eind 1786 begonnen onder invloed van de gebeurtenissen te Utrecht de politieke spanningen in Zierikzee toe te nemen. Beide partijen tooiden zich met linten en strikken. Het oranjedragen werd verboden en een patriots dank- adres aan de magistraat aangeboden. In november werden drie bewoners van het platteland, die het verbod overtreden hadden, opgepakt. Op 17 november 1786 was er een poging hen te bevrijden. Een aantal inwoners van Brouwershaven trok achter een groot oranjevaandel door Bommenede, Zonnemaire en Drei- schor naar Schuddebeurs in Noordgouwe en riep iedereen op naar Zierikzee te gaan en de gevangen van het Gravensteen te halen19. Bij enkele patriotten wer den de ruiten ingegooid en drong men het huis binnen. Onderweg deden de orangisten verschillende herbergen aan, en lieten de gebruikte drank op de reke ning van een burgemeester van Brouwershaven zetten. In Schuddebeurs waren nog een man of twintig over, waarvan slechts een handvol doorging naar de stad. Ook de dagen daarna was het onrustig. Na een rustige winter en lente namen in augustus 1787 de moeilijkheden weer toe. Op het platteland van Duiveland waren er kleine ongeregeldheden, waarbij regenten uit Zierikzee werden lastig gevallen. Op Schouwen ging men rond met orangistische dankadressen, vooral in het westen en noord-oosten. In het laatste gebied ging dit gepaard met incidentenen te Zierikzee werd besloten enkele on ruststokers op te pakken, 's Ochtends vroeg, toen het nog donker was, vertrok de Rentmeester-Generaal beoosten Schelde uit de stad met een aantal soldaten en een deel van het vrijcorps. De arrestaties geschiedden in alle rust, maar op de terugweg ontmoette de expeditie een grote troep volk die aanstalte leek te ma ken de gevangenen te bevrijden. Ondertussen had zich een paniek over het ei land verspreid dat de patriotten uit Zierikzee waren gekomen en alles op het platte land plunderden en vermoorden20In dezelfde maand ging de magistraat van 176

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 222