vernielen van één of meer kamers, tot wat De Chalmot 'geheel en weg' noemt, waarbij het huis zo vernield was dat het eigenlij k niet meer hersteld kon worden Op het platteland gebeurde dat bij schout Van der Broeke te Burcht: niet alleen werd zijn boerderij totaal vernield, maar de fruitbomen werden omgehakt en zijn graan verbrand50. In principe hoorde stelen niet bij plunderen: het mocht niet. Als je komt om te plunderen, moet je niet stelen51Toch kwam het wel voor. In het rapport van de commissie is 'diefstal' een aparte beschuldiging. Op het platteland wordt nauwe lijks gestolen (in totaal vier individuele beschuldigingen), van de 238 met naam genoemde Zierikzeenaars worden er 19 van diefstal beschuldigd. Bij de plunde ringen van de plattelanders te Zierikzee is het aantal diefstallen relatief het hoogst: 27 van 186. Misschien werden de plattelanders in de vreemde stad min der geremd door de traditionele verboden op dergelijk gedrag, en is dit nog een aanwijzing dat bij hen het verlangen wraak te nemen op de zo overheersende stad evenzeer speelde als de politieke motivatie. Sommigen beschouwden de plunderingen als een buitenkansje. Zo zei Dina van Zorge uit Noordgouwe in maart 1788 tegen haar buurvrouw: ik denk dat het er weeder op aan zal koomen met plunderen, ga je dan mede na de stad, dan moeten wij ieder een groote zak meenemen52Maar dit was een minderheid. De meeste deelnemers werden niet gemotiveerd door hoop op roof, maar voelden zich, zoals de boeren in de Macon die Lefèbvre beschreven heeft, de voltrekkers van een rechtvaardige straf53. Je zelf verrijken hoorde daar niet bij. Toen de makkers van Jacob van der Werf, een zandwerker uit Renesse, merkten dat hij een friese rok had gestolen, dwon gen ze hem zijn buit achter te laten en de groep te verlaten zeggende dat hij niet waardig was verder meede te plunderen54 Het oproer richtte zich voornamelijk tegen eigendom. Tegen mensen was de agressie overwegend verbaal. Zo voegde Willem Preson een Zierikzeese patriot toe: bliksemse kees, je moet er vandaag aan, jou donder55. Dit soort uitlatingen kon bijzonder bloeddorstig worden. C.F. Bryselaar, aanvoerder van een menig te, vroeg op zondagavond 23 september 1787: wij moeten nu weten of dat Vee, die verdoemde keezen, na den donder zullen of niet, of wij Zullense daar met allen na toehelpen, en vermoorden, dat Bliksems goed, die moeten van kant, die beroer- ders van Land en Kerk55. Toen de patriot Van der Schelven op 24 september door enkele plunderaars mishandeld werd, voegden ze hem toe: bliksems kind die je vrouw en je moeder en je zuster de borsten heeft willen afsnijden, je moet ster ven57 Op het platteland was het niets anders; een plunderaar in het westen van Schouwen was van mening dat de patriottentot de ongeboren kinderen toeuit geroeid moesten worden 8. Toch blijft deze bloeddorstigheid vrijwel tot woor den beperkt59. Grote oproeren in Holland waren niet gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. In het rapport wordt alleen bij de plundering van Zierikzee melding gemaakt van gewelddaden. De stadssmid, lid van de nieuwe schutterij, wordt mishandeld en gedood, waarna zijn lijk wordt 'onteerd'60. 33 plunderaars worden van mishandeling beschuldigd, maar bij nader inzien valt dat alleszins mee: slechts bij vier slachtoffers gaat de mishandeling verder dan het ontvangen van een klap of het bedreigd worden. Dit was bij de grote plunde ring te Zierikzeewaarbij het vrijcorps vier leden van de menigte gedood had, en kort waarvoor zich een paniek over het eiland verspreid had dat de patriotten uit de stad kwamen en iedereen vermoorden. Vaak vernederde men de patriotten, door ze bv. te dwingen 'Oranje boven' te 188

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 234