roepen. Een bijzondere vernedering trof de patriot Fermenoy. Enkele dagen na de plundering ontmoette hij Gerrit Meyer, die hem een prinsbeeldje onder de neus hield en hem vroeg: zie daar, wil je nu ons prinsje eens kussen? Hij deed het61. Bij de organisatie van de plunderende menigte modelleerde men zich op de overheid, meestal op het leger. De karakteristieke vorm van optreden is die van de bende met aan het hoofd een 'kapitein'. Zowel op het platteland als in de stad was dit de manier van optreden. Achtergrond van deze modellering op de over heid is de gedachte dat het volk nu een taak uitvoert die de overheid laat liggen, maar die wel zou behoren te gebeuren: het is een vorm van legitimering62. Ook het verder optreden van de menigte ging uit van de gedachte dat men de recht vaardigheid diende. Zo probeerde de groep te groeien, of op z'n minst even groot te blijven, door mensen te dwingen mee te doen. Dat zoveel verhoorde verdachten de commissieleden als reden voor hun deelname opgeven dat ze daartoe gedwongen werden is geen wijdverbreide smoes. Bij bijna alle grondig onderzochte oproeren in de zeventiende en achttiende eeuw is vastgesteld dat dit gebeurde63. De gedachte dat plunderen werk is dat gedaan moet worden, vormt verder de achtergrond van het op het platteland veel voorkomende voedsel en drank afdwingen64. Deze eis om gevoed te worden, die ook voorkomt bij zijn plunderende Franse boeren, verklaart Lefèbvre als voortkomend uit hetzelfde gevoel van rechtvaardigheid, op grond waarvan ze de kastelen plunderden: de boeren voerden - naar hun mening - het bevel des konings uit, en daarom had den zij, die voor hem werkten, als loon recht op eten en drinken. Om aaneengesloten te blijven had de bende een vast punt nodig. Op het platte land kon dat de leider zijn die op een paard reed, zoals twee leiders in het westen van Schouwen65, en de man uit Nieuwerkerke die, gezeten op een paard, de plunderaars van Duiveland verzamelde66. Hetzelfde doel kon bereikt worden door het improviseren van een banier, bv. een bezemstok, een vlag, of zelfs een stuk van een geweer67. Het oprichten van zo'n banier was een vast punt bij het uitbreken van de ongeregeldheden in Holland68. De voorbereidingen van een plundering vonden plaats op een vrije dag: de plun dering te Zierikzee viel op een maandag na een al onrustige zaterdag en zondag, de rellen op het platteland in februari 1788 vielen op een zondag en een maan dag. 17 november 1786 viel op een maandag. Ook elders waren dit de kritieke dagen: na de samenkomsten in kroeg (Engeland) of kerk (Frankrijk) braken op zondag of maandag de ongeregeldheden uit69. Zoals we gezien hebben verliep de recrutering op het platteland in dit geval via de bestaande politieke structuur. Organisatie, conjunctuur en sociale verhoudingen De algemene opvatting in de achttiende eeuw was dat oproeren van bovenaf ge organiseerd werden. Zo waren de patriotten ervan overtuigd dat de ongeregeld heden in 1786-1788 georganiseerd waren door hun politieke tegenstanders, een opvatting die gedeeld wordt door hun hedendaagse geschiedschrijver, De Wit70. De commissie heeft geen bewijzen voor organisatie kunnen vindenZe heeft aan iedere plunderaar gevraagd of hij omgekocht is om te plunderen, een plunder- lijst heeft gezien, en of hem straffeloosheid beloofd is. Maar zelfs van de weini gen die verder alles bekennen krijgt ze op deze vragen een ontkennend ant woord. Het moderne onderzoek heeft voor deze samenzweringshypothese nooit bewijzen kunnen vinden. Eigenlijk is het ook onwaarschijnlijk. De regenten zet- 189

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 235