verklaarden dat al de donderse patriotten arriaans arminiaans] waren94. In
1796 herinneren de getuigen zich vooral dit soort uitlatingenDat is te begrijpen
De patriotten zullen nauwelijks geschokt zijn geweest door verwijten dat ze te
gen Oranje waren. Dat was zo. Maar uitspraken als er is geen God voor jou95 wa
ren voor de verregaand juist door christelijke gedachten gemotiveerde patriot
ten96 onwaar, beledigend en een symptoom van de verblindheid van hun tegen
standers. De patriotten op Schouwen werden - geheel in overeenstemming met
het bovenstaande - gezien als bedervers van Land en Kerk91De Post van de Ne-
derrijn werd in Dreischor als strijdig met de godsdienstverbrand"Bij de geplun
derde geestelijken in Zierikzee overwegen de dissenters (twee van de drie), ter
wijl bij de ondertekening van het request de gereformeerden in de meerderheid
waren (zeven van de tien). De schout, schoolmeester en predikant van Eikerzee
werden gedwongen schuld te belijden en te erkennen: wij hebben zeer tegen God
gezondigd, wij wensen dat hij ons genadig zal zijn99. Op 25 september ving De
Kanter een concluderende opmerking over het oproer op die deze verbinding
tussen politiek en religie op basis van een hangen aan de traditionele inrichting
van de samenleving treffend samenvat: God is eindelijk opgestaan en heeft zich
aan zijne en aan Oranjes wederpartijders gewroken1"
NOTEN
Bewerking van een bijvakscriptie voor de vakgroep sociale geschiedenis van de RUL. Ik
wil Rudolf Dekker hartelijk danken voor zijn kritiek, suggesties en opmerkingen.
1Vgl. de dissertatie van R. Dekker, Holland in beroering. Oproeren in de 17e en 18e eeuw,
Baarn, 1982, en de daarin vermelde literatuur.
2. K. Heeringa, De archieven van de Staten van Zeeland en hunne Gecommitteerde Raden
1574 11578)-1795 (1799), 's-Gravenhage. 1922. n° 2020-2032. Voor een overzicht van de
inhoud zie Bijlage I. Dit is een werkversie van het rapport van de Commissie tot
Onderzoek. Er bestaat nog een net exemplaar, zonder bijlagen, dat in 1797 is opgestuurd
naar het Hof van Holland en in 1803. bij de splitsing van dat hof in twee departementale
gerechtshoven, terug werd gezonden naar Middelburg: L.W.A.M. Lasonder, De
archieven van de rechtbanken, weeskamers en notarissen, die over hel tegenwoordige
grondgebied der provincie Zeeland gefungeerd hebben. 1. De Zeeuwse eilanden,
's-Gravenhage, 1914, n° 96.
3. Het onderzoek is tot dit gebied beperkt, omdat hier verreweg de grootste ongeregeld
heden plaats vonden (zeer waarschijnlijk is het oproer te Zierikzee het grootste onder de
Republiek), en ongeveer de helft van het 1 Zi meter lange materiaal hierop betrekking
heeft.
4. S. Schama, Patriots and Liberators: revolution in the Netherlands, 1780-1813, London,
1977, pp. 192-93, 222. Gedenkstukken der Algemene Geschiedenis van Nederland 1795-
1840, 11 (Rijks Geschiedkundige Publicatiën 2. ed. H.T. Colenbrander). 's-Gravenhage,
1906, xxiv.
5. Alle gegevens over het overleg en de besluiten van het provinciaal bestuur van Zeeland
uit:
Notulen van de Staten van Zeeland van 2 januari 1795 tot 19 juli 1795. 1 deel folio (hierin
vanaf 3 maart de notulen van de provisionele representanten).
Notulen der Provisionele Repraesenlanten van het Volk van Zeeland, 20 juli 1795-22juni
1796. 2 delen folio.
Notulen van de Vertegenwoordigers des Volks van Zeeland, 23 juni 1796-30januari 1798.
3 delen folio.
192