vallen: Dekker, Holland in beroering, 92; Lefèbvre, La grande peur, 156; G. Rudé, The crowd in history. A study of popular disturbances in France and England, 1730-1848, New York, 1964,253. 55. Heeringa2021, II, Beschuldiging van W. Preson. 56. Heeringa2021, Int. 1. 57. Heeringa 2021, Bijlagen, 3. Vergelijk wat De Kanter vertelt Chronijk364) over de huiszoekingen bij de patriotten na de plunderingen, waarbij naar 'moordwerktuigen' gezocht werd. Zelfs de vleesroosters uit de keuken werden meegenomen: ze zouden bedoeld zijn om de borsten die de patriotten de vrouwen wilden afsnijden te braden. Een lugubere grap? De voorstelling komt ook in de godsdienstgeschiedenis voor: F. Sierksma. Religie, sexualiteit agressie, Groningen. 1979, 60-103. Ze geeft aanleiding tot diepte- psychologische speculaties; vgl. E. Le Roy Ladurie. Les paysans de Languedoc, Paris, 1966, 2 dln., 1,503-508. 58. Heeringa 2027, XIV, Deel 2. 59. Rudé en Hobsbawm, Captain Swing, 211-12; Lefèbvre, La grande peur, 109; D.J. Roorda, Partij en Factie. De oproeren van 1672 in de steden van Holland en Zeeland, een krachtmeting tussen partijenen facties, Groningen. 1961. 11. 153; A.J. Peacock, Breador Blood. A study of the agrarian riots in East Anglia in 1816, London, 1965, 83. 60. De preciese aard van de 'ontering' wordt niet vermeld (De Kanter, Chronijk, 365-66), maar het zal wel een castratie geweest zijn; vgl. Le Roy Ladurie. Paysans, 506. voor gevallen in het 16e en 17e eeuwse Frankrijk. Ook bij deze gewelddaden modelleerde de menigte zich op de overheid. 61. Heeringa 2021, Int 32. 62. Dekker, Holland in beroering, 76-79. 63. Lefèbvre, La grande peur, 38; Rudé en Hobsbawm, Captain Swing, 209; G. Rudé. Paris and London in the 18th Century. Studies in Popular Protest, London. 1974. 99: Peacock. Bread or Blood, 83. 64. Zo in Dreischor en Noordgouwe in september 1787 (Heeringa 2027. VI. Decl 1-2) en in Burgsluis en Renesse in februari 1788 (Heeringa, 2027, XIV, Int 15). Vgl. Lefèbvre, La grande peur, 38; Peacock. Bread or Blood, 86. 65. Heeringa 2027, XIV, Beschuldiging van T. Tromp. 66. Heeringa2027, III, Int I. 67. Heeringa 2021Int 54; 2021 lnt8. 68. Dekker, 'Vrouwen in oproeren', 307. 69. Rudé en Hobsbawm, Captain Swing, 237. 70. De Wit, De Nederlandse revolutie, passim. 71. Vgl. de discussie bij Dekker, Holland in beroering, 74-76. 72. Heeringa 2027, VI, Decl 1. 73. DeChalmot, Verzameling, IX, 297-301. 74. J. de Vries. The Dutch rural economy in the Golden Age, 1500-1700, New Haven. 1974. 75. Gegevens voor een deel geëxtrapoleerd vanuit het vergelijkbare gebied van de Beijer- landen: C. Baars, De geschiedenis van de landbouw in de Beijerlanden, proefschrift Wageningen, 1973. Ook Baars gebruikt gegevens uit de rest van het zuidwestelijke kleigebied als vergelijkingsmateriaal, bv. 206. 76. J. de VriesEconomische achteruitgang, 159. 77. C. Wiskerse, 'De geschiedenis van het meekrapbedrijf in Nederland', Economisch- historische Jaarboeken 5 (1952), 1-145, p. 41. 78. Baars, Beijerlanden, 114-17, 198-204. 79. N.W. Posthumus, Nederlandse prijsgeschiedenis, 2delen, Leiden, 1943-1964. I, 18. 80. j.D.H. Harten, 'De verzorging van het platteland van de Zeeuwse eilanden in de Franse tijd' in: Bulletin Geografisch Instituut Rijksuniversiteit Utrecht, 3 197131-73, pp. 56-57. 81. Baars .Beijerlanden, 176. 82. Tegenwoordige Staat, IX. 354. 195

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 241