zin van Van Baurscheit. Aan Monsieur Remout, meester timmerman op de Wal te Middelburg, schrijft hijliever voor minder geld een geheel nieuw huis te wil len ontwerpen, dan zich te moeten binden aan 'enich out gebouw'. Het tot stand te brengen bouwwerk zal nu immers vol 'capitaele fouten moeten sijn', en zal 'absoluut meer costen als een heel nieuw gebouw'. Een 'reparatie', in één woord; zo kan het beter worden aangeduid, aldus de verontwaardigde Van Baurscheit. Niettemin houdt het echtpaar voet bij stuk. Een deel van het oude huis is in het concept opgenomen, zoals een bouwnaad aan de achterzijde nog steeds duidelijk laat zien. De ziekelijke Van Baurscheit, die zich met 'Spaawaters' op de been houdt, laat zich door Van de Perre dan ook niet vermurwen om het werk voor een 'modique prijs' te leveren. Uit 'liefhebberij voor de architecture', zoals Van de Perre sug gereert. Nee, zo antwoordt Van Baurscheit koeltjes, 'in alle de gemelde teeke- ningen is er niets dat [de] architectuure raeckt als alleenelijck eenen muur met een reguliere verdeelinge van vensters en enige capricieuse ornamenten'41. Daarmee kon Van de Perre het dan doen. Niettemin is het resultaat van deze 'verbouwing' nog steeds indrukwekkend, en behoort het huis toch zeker tot de meest opvallende gebouwen van Middelburg42. Het huis 'De Commanderij' was overigens niet het enige huis van het echtpaar op Walcheren. Wel was het uiter aard hun residentie. Als zomerverblijf konden ze - zoals reeds vermeld - ook nog beschikken over het oude kasteel Westhove onder Oostkapelle. Bovendien behoorden de kleinere (maar niet minder respectabele) buitenhuizen 'De Griffi oen' aan de rand van Middelburg en het huis 'Duinvliedt' nabij Domburg even eens tot het familiebezit43. De twee laatstgenoemde huizen zijn echter maar inci denteel gebruikt. Mogelijk zijn ze het meest benut voor het herbergen van gas ten. Dit lag anders met het slot Westhove, dat het echtpaar geheel aan de eisen van hun tijd had aangepast, en waar ze enige maanden per jaar verbleven. Het 'deftig onderhoud, [de] grootte der Plantagiën, en verdere bekoorlykheden' bestempelden het volgens een tijdgenoot tot één der meest aanzienlijke buiten plaatsen op Walcheren44. Ze hadden er dan ook wel de ruimte. De inventaris die in 1796 van de 'Meubelen, Huys-Sieraaden en Verdere Byzonderheden op Westhove' is opgemaakt vermeldt maar liefst zestien kamers of zalen die de moeite van het inventariseren waard waren45. De drie bijgebouwen rond het kasteel zijn daarbij nog niet eens meegerekend. Van deze achttiende eeuwse en tourage rond het echtpaar Van de Perre-Van den Brande is in het hedendaagse kasteel Westhove echter vrijwel niets meer terug te vinden. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 35