nooit enige 'schoolgeleerdheid' heeft verkregen, zal zijn verhaal slechts de taal
zijn van 't hart en van het gezond verstand.
Daarmee betoont hij zich een onvoorwaardelijk aanhanger van de 'gevoelslite-
ratuur', die in zijn tijd door schrijvers als Lavater en zijn epigonen (waaronder
Van Loo) werd gepropageerd. Trouwens ook het onderwerp zelfwijst al in deze
richting, aangezien ook Lavater met grote vrijmoedigheid kon schrijven over het
leven in het hiernamaals. Een 'speculatief spiritisme', zo karakteriseert de Nij-
megense hoogleraar Buijnsters deze preromantische stroming39. Binnen het
Departement zijn overigens meer voorbeelden van deze denkrichting te vinden.
Zowel de Vlissingse predikant Ds. G. Kuipers als de Koudekerkse Ds. W.
Schortinghuis hebben bijvoorbeeld uitvoerige betogen gehouden omtrent het
vraagstuk van de 'Bewooning der Hemelen'40. Van de Perre zal voor zijn stuk
dan ook zeker een aandachtig gehoor hebben gevonden.
Niettemin handhaaft hij in een brief aan Te Water zijn uitdrukkelijke standpunt,
dat er hoegenaamd geen voornemen mag worden gevormd om het stuk 'ter
drukpers over te geven'. En zelfs dat is nog niet voldoende. Het zegt wel iets over
het uiterst voorzichtige karakter van Van de Perre dat hij zelfs in het gedepo
neerde herschreven exemplaar van zijn verhandeling toch nog de nodige 'passa-
gies uytgeligt en verandert' heeft, waarvan 'U Eerwaarde meende dat ze moge
lijk eenigen aanstoot zoude konnen geven'41.
Het Natuurkundig Genootschap der Dames
Zou Jacoba van den Brande, de echtgenote van Van de Perre, geklaagd hebben
over de vele aktiviteiten van haar man waar zij niet bij mocht zijn? Was ook zij
nieuwsgierig naar de vele en wonderlijke zaken die in de natuurkunde aan de or
de kwamen? Of zou ze juist door haar man aangespoord zijn om - net als hij - de
fysico-theologische stimulans te ervaren, die de natuurstudie met zich mee
bracht? Het is helaas niet bekend. Vast staat in ieder geval dat erop woensdag 16
februari 1785 'een groot getal der voornaamste dames dezer stad' [Middelburg]
bijeen kwamen in de vergaderruimte van het 'Physisch Gezelschap', om daar
een 'Les' bij te wonen, die het docerend lid Ds. C.H.D. Ballot voor hen zou ge
ven. Jacoba van den Brande bevond zich onder hen42.
Het initiatief was tot stand gekomen 'door de vriendelijke bestelling van Zijne
Excellentie de Heer Van de Perre de Nieuwerve', die de 39 door de 'Heeren Le
den' uitverkoren Dames een eigenhandig geschreven uitnodiging had doen toe
komen. Op zichzelf genomen was dit type bijeenkomst niet nieuw. Het lag bo
vendien geheel in de lijn van de onvolprezen abbé Noliet, wiens leerboek bij het
Natuurkundig Gezelschap in gebruik was, en die ook zelf vrouwen bij zijn voor
drachten had toegelaten. Er bestonden zelfs al natuurkundige werken, die speci
aal voor een vrouwelijke clientèle waren geschreven, zoals Algarotti's II Newto-
nianismo per le Dame uit 1737 (Nederlandse vertaling ca. 1767) en Euler's Let
tres a une princesse Allemande sur divers sujets de physique et de philosophie
(1778)43.
En alhoewel dit in Middelburg waarschijnlijk niet bekend was, waren dergelijke
damesbijeenkomsten elders in de Republiek al eerder gehouden. Te Amster
dam had Benjamin Bosma reeds in 1765 een wekelijks 'proefnemend natuur
kundig collegie' georganiseerd, dat uitsluitend voor dames bestemd was44. En
ook de Zutphense predikant Johannes Florentius Martinet (1729-1795) had in
1778 dergelijke wekelijkse bijeenkomsten belegd, met het oogmerk om 'jonge
37