demie zo aangetrokken: 'met die gulle welmeenendheid, den recht edelen Van de Perre zoo byzonder eigen', aldus constateert Herklots met enige spijt. Daar bij herinnert hij nog in het bijzonder aan Van de Perre's aktiviteiten met betrek king tot het - door ons nog te bespreken - 'Musaeum Medioburgense'. Uit het gebouw van het Museum is de Teeken-Academie overigens in 1816 verdwenen, na de aankoop van een eigen gebouw in de St. Pieterstraat. Verder verdween de noodzaak tot het verzorgen van teken- en andere lessen met de komst van de Ho gere Burgerschool in 1865. Sedertdien leidt de Teeken-Academie een sluime rend bestaan. Gedurende enige decennia zijn er nog veelbelovende tekentalen ten met jaarlijkse ondersteuningen geholpen, maar dit beleid is al weer lang ver laten. Iets van de oude gedachte is weer naar voren gehaald bij het tweede eeuwfeest van de Academie, toen het huidige bestuur van de 'Teeken-Academie der stad Middelburg' een eens in de twee jaar uit te reiken prijs heeft ingesteld, ter stimu lering van in Zeeland woonachtige beeldende kunstenaars. Indachtig de woor den van Herklots is deze premie door hen de 'Van de Perre-prijs' gedoopt, ter herinnering aan een reeds lang vervlogen mecenaat51. Het Middelburgsch Departement van de Oeconomische Tak der 'Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen' Op 21 mei 1777 werd te Haarlem een bijzondere afdeling opgericht van de Hol landsche Maatschappij der Wetenschappen. Dit oudste wetenschappelijke ge nootschap in de Nederlanden vierde toen juist zijn 25-jarig bestaan. De 'Oeco nomische Tak' zoals de afdeling genoemd werd, had als speciale doelstelling de 'regtstreekse bevordering,.., van den Koophandel, Land- en Akkerbouw, Handwerken, Visscherijen' en dergelijke53. Het was duidelijk een initiatief ter stimulering van de noodlijdende vaderlandse economie. Door middel van prijs vragen, voorstellen en concrete maatregelen zoals het oprichten van 'vak-scho len' zou dit nieuwe genootschap trachten het zijne bij te dragen tot de opbouw van 's lands welvaart. Alhoewel de oprichting uit was gegaan van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, was het lidmaatschap van de 'Oeconomische Tak' ook openge steld voor anderen dan de eigen leden. In een beroep op de 'regtgeaarde Bemin- naaren van het lieve Vaderland' werd opgeroepen tot toetreding en tot de vor ming van plaatselijke 'departementen'. Wanneer in een stad of plaats vijf leden voorhanden waren was dit al voldoende om als departement erkend te worden, en kreeg men een stem toebedeeld in de algemene vergadering, die jaarlijks in Haarlem gehouden zou worden. Het initiatief sloeg enorm aan. In zeer korte tijd mocht de Oeconomische Tak bijna drieduizend leden noteren, verdeeld over 57 departementen. Middelburg bleef natuurlijk niet achter. Ook Van de Perre trad toe, samen met een vijftigtal anderen54. In 1780 fungeert hij als 2e dirigerend lid onder de opper- directie van zijn neef Steengracht. In de twee volgende jaren 1781 en 1782 staat het departement zelfs onder zijn direkte leiding, maar door een volstrekt gebrek aan gegevens is het niet mogelijk om aan te geven waaruit deze leiding dan wel bestond. Het enige wat de Chronyk Almanach voor 1786 vermeldt is dat 'eenige Zeeuw- sche Onderneemers in Handwerken' reeds 'voornaame prysbelooningen heb ben genooten'55. Bovendien zijn 'eenige Inlandsche Jongelingen' door het de- 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1983 | | pagina 72