4. HET (MIDDELBURGSE) KADER De Zeeuwse patriotten waren, in tegenstelling tot hun confraters in diverse an dere gewesten, zwak georganiseerd. Ze vormden een minderheid, zonder eigen spreekbuis. Patriotse kranten zijn hier in tegenstelling tot elders (de 'Politieke Kruyer' e.d.) nimmer verschenen. Hier was slechts de Middelburgsche Courant, die heel duidelijk onder invloed van het gemeentebestuur stond1Het proletari aat - het grauw of gemene volk, zoals men het in de 18de eeuw zo fraai formu leerde - was politiek ongeorganiseerd. Grote groepen uit de onderste bevolkingslagen bevonden zich echter in een posi tie van afhankelijkheid t.o.v. de patriciërs (hetzgn. cliëntèlesysteem) en konden als (politiek) instrument gebruikt worden2. Hetgeen inhoudt dat dus niet het he le grauw Orangistisch was. De politieke kleur van de plunderaars in 1787 is uiterst moeilijk vast te stellen. Dit is niet alleen het geval te Middelburg, maar ook elders. Niettemin is er gepoogd het soort rellen als hier beschreven in verklaringsmodel len te vangen. Er zijn ruwweg twee theorieën te formuleren over het ontstaan van het geweld: 1. de conspiratie-theorie 2. de theorie van de autonome dynamiek. C.H.E. de Wit, die met zijn belangrijke publicaties over het tijdvak 1780-1800 baanbrekend werk heeft verricht, is aanhanger van de conspiratie-theorie. Hij gelooft in een zorgvuldig van tevoren beraamde Orangistische coup, waarbij men zelfs zo ver was gegaan nauwkeurig aan te geven wat, en in welke mate ge plunderd zou moeten worden. Hoewel hier veel voor pleit (in de tijd zelf hechtte men daar ook geloof aan), neigde ik zelf aanvankelijk naar de tweede theorie. Tijdens mijn onderzoek ben ik tot de conclusie gekomen dat er voor wat Middel burg betreft toch meer sprake van een combinatie van beide moet zijn. De the orie van de autonome dynamiek houdt in dat een aanwijsbare aanleiding een uit barsting ten gevolge heeft, waarna een escalatie der gebeurtenissen plaatsvindt. Latente onlustgevoelens bij de lagere klasse (die het economisch slecht ging) kwamen naar buiten naar aanleiding van een concrete situatie3 (rellen als uitlaat klep dus). Te denken valt zelfs aan de factor verveling als invloed, het losslaan (èn er op losslaan) in het vrije weekeindede plunderingen bereikten immers op zondag hun hoogtepunt (vergelijk bij voorbeeld de rassenrellen in Amerika in de 60-er jaren en het 'oproer' in 1966 te Amsterdam, de 'long hot summer', maar ook oproeren in eerdere eeuwen)4. Doch wellicht is dit, evenals de conspiratie theorie, teveel gezien vanuit geconstrueerde 20ste eeuwse modellen. Dat de Orangistische regenten de rebellen ten eigen bate probeerden te gebrui ken, is duidelijk: huizen van patriotten werden geplunderd (NB. niet van patri ots gezinde regenten)de schutterij ontwapend en het wapendepot der schutters geplunderd. 59

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1984 | | pagina 105