6.3 De eerste dag Over de directe aanleiding van de gebeurtenissen zijn alle bronnen het wel eens, merkte ik hiervoor op. Mr. Willem Bartholomeus van den Santheuvel, oud-burgemeester van Dor drecht, maakte - vergezeld van vrouw en kinderen - in de zomer van 1787 een 'speelreisje' met zijn jacht naar Zeeland. Woensdag 27 juni 1787 zeilde het jacht naar Vlissingen. Het had een rood vlaggetje, een zgn. vleugel, in de grote mast, en de Generaliteitsvlag, een gele leeuw in een rood veld, aan de achtersteven. Oranjegezind scheepsvolk te Vlissingen maakte ernstige bezwaren tegen deze 'patriottische bloedvlaggen'. Men besloot toen door te varen naar Middelburg, waar het jacht donderdagmorgen 28 juni (Cauwenberg zegt 29 juni) aankwam met de Prinsenvlag wapperend van de achtersteven, maar het rode vlaggetje in top. Aanvankelijk gebeurde er in Middelburg in het geheel niets. Maar toen het ge zelschap Van den Santheuvel vrijdagmiddag 29 juni een rijtochtje over Walche ren maakte, zou een aan boord achtergebleven knecht luidkeels provocerende patriotse liedjes hebben gezongenEr verzamelde zich daarop een menigte (be staande uit timmerlieden van de O.I.-werf, jongens en vrouwen) rond het jacht, die beledigende kreten en bedreigingen riep en eiste dat het rode vlaggetje uit de top werd gehaald. De schipper weigerde dit. Dr. Van der Kemp, voormalig officier van 'Luctando emergentes', trachtte de menigte te sussen met de verklaring dat een rood vlag getje niets bijzonders was. De woede van de menigte keerde zich nu tegen hem, hij werd herkend als patriot, uitgescholden, geslagen en gedwongen op de knie ën liggend luidkeels 'Oranje boven' te roepen. Hierna sleepte men de gemoles teerde man naar zijn huis. Men keerde naar het jacht terug, verscheurde het ge hate rode vlaggetje en hees de Prinsenvlag in top. 'Het zelve jagt is op ordre van de Regeering door Stadslootsen gebragt tot op het Vlakke om daar dan aan de eene zij de de oorzaak van de beroeringen af te snij de, en het zelve aan de andere zijde voor alle overlast te bevrijden'7. De oproerkraaiers hadden thans de smaak te pakken. Lawaaimakend trok de groep de stad door en belde aan bij diverse ex-officieren van het exercitiegenoot schap om hen op de gezondheid van de Prins te laten drinken. Bij de huizen van de theekoper Van Maaren en diens broer de kamerbehanger Van Maaren (beide patriotsgezind) in de Lange Delft werden ruiten ingegooid. De laatste verdreef de rebellen door dreiging met vuurwapens, 's Avonds trokken de oproerlingen naar het huis van de graankoper Hendrik van den Berg, in de Schuitvlotstraat. Deze patriot verdedigde zich door kokend water uit de bovenramen op zijn bela gers te gieten en zelfs op hen te schieten. Dit kwam hem op plundering van zijn benedenhuis te staan en slechts door te vluchten kon hij het vege lijf redden. De schutterij van den bus kwam nu in het geweer en bood haar diensten aanWel 70 a 80 man marcheerden vanuit de Kloveniersdoelen om een uur of tien 's avonds op naar de Markt, waar zij zich opstelden. Eén van hun kapiteins, de wijnkoper J.C. Clement, vroeg audiëntie aan bij het stadsbestuur. De meerder heid van de stadsregering was echter van mening dat de hulp van de schutters niet nodig was... Zij werden weggestuurd en keerden naar hun doelen terug onder gejoel van de inmiddels onder de wapenen gekomen burgerwacht, die echter to taal niet voor haar taak, het handhaven der orde, geschikt zou blijken. Zo eindigde deze eerste dag in verwarring. 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1984 | | pagina 112