stadsbode, twee burgers en enige militairen het huis, maar de eigenaar werd niet
gevonden. Enige uren later bestormde het gepeupel het huis (nadat er, volgens
'Schorer' inv.nr. 426, uit geschoten zou zijn), en plunderde het huis geheel uit.
Van Steveninck zelf was achterlangs door verschillende tuinen geslopen en ver
borg zich tenslotte in een stal (in de tuin van de Franse kostschoolmeester Rabi-
nal, in de Lange Noordstraat)Hier bleef hijvolgens Cauwenberg, tot zondag 8
juli, zich in leven houdend met blaadjes en tulpenbolletjes.
8 Juli keert hij terug naar zijn huis, wordt ontdekt en verraden, ontkomt naar het
Joodse kerkhof, buiten de stad, gaat later de stad weer heimelijk binnen en
wordt liefderijk opgenomen door een vroegere patiënt, die hem verzorgt en ver
bergt. Vijf maanden later zou hij 's nachts als vrouw verkleed de stad verlaten en
naar Dordrecht en vandaar naar Amsterdam en later naar Hamburg vertrekken
De door het stadsbestuur op zijn hoofd gestelde premie van f 1.000,— werd niet
geïnd... Zo was de tweede dag met geweld (doden en gewonden) en plundering
afgesloten. De meest tumultueuze dag zou echter nog komen.
6.5 De derde dag
Zondag 1 juli zou de meest gewelddadige van de oproerige dagen worden,
's Zondagsmorgens vroeg kwamen boeren van geheel Walcheren, vissers en
zoutkeetwerkers (uit Arnemuiden), en grondwerkers (uit O.- en W.-Souburg)
de stad binnen en begonnen mee te plunderen aan het toen nog niet geheel ver
woeste huis van Van Steveninck. Onder het zingen van 'Hoezee, Vivat Oranje,
Oranje boven!' trokken de plunderaars verder door de stad.
De leden van de magistraat meenden dat om aan de ongeregeldheden een einde
te maken 'de schutterij van den bus(se)' moest worden vernietigd. Men was van
mening dat de schutterij de 'onwettige pretensie om als een apart Corps te agee-
ren aan den dag gelegd had'11De schutters warenzonder daartoe bevel gekre
gen te hebben, gewapend naar de Markt opgerukt (29 juni, zie hiervoor). De se
cretaris van het schutterskorps, de notaris Maret, werd zondagsmorgens in alle
vroegte op het stadhuis ontboden en geprest 'van eenige Citteriaanen, de groot
ste mathodors der Cabalitische dwang regering'12 een verklaring te onderteke
nen, inhoudende de opdracht tot feitelijke ontbinding van de schutterij (geen
defensieve maatregelen treffen, wapens neerleggen, geen bijeenkomsten meer
houden en alle goederen ter dispositie van de magistraat stellen).
Dit stuk werd aan het eind van de morgen van de pui van het stadhuis voorgele
zen. Toen de menigte dit vernam, haastte zij zich naar het schuttershof, de Klo
veniersdoelen bij de Langevielebuitenbrug, en brak het open. De plunderaars
bewapenden zich met de geweren der schutters die er geborgen waren, en ver
nielden het gebouw.
Terwijl de woeste menigte - waarbij zelfs enige Chinezen afkomstig van een
Oost-Indiëvaarder gesignaleerd werden- zich met de plundering van het schut
tershof bezighield, verspreidde zich een gerucht door de stad dat er geschriften
van een patriotse samenzwering in het schuttershof gevonden zouden zijn.
'Hierop', zegt Cauwenberg (p. 61), 'nam de woede zoo sterk toe, dat er de gant-
sche stad van sidderde, en de Plutonische valdeuren waren wagenwyd open, en
de Beëlzebul met zyne legioenen scheen Middelburg in den afgrond te willen ne-
derstorten'.
Op de Seisdam woonde notaris Beljaart, die als aanhanger van de patriotse idee-
68