ge werd veroordeeld tot vijfjaar tuchthuis, wegens beledigende uitlatingen over
de Prins en de prinsgezinden!
Het rapport: 'Goede god, welk een zeegenpraal op de beste burgeren behaald,
met een bende gevleesde duyvels! Jazelv durfde men op Zondag den 8 Julij, den
besten godsdienst ontheijligen, en de Predikanten gelasten om uit de Leer van
de Menschlievende Jesus stoffe te vinden om God te danken voor den zagten
overgang der ontwaaking uit de slaafsche Boeijen, tot den ronkende slaap der
ketenen'.
Uitgebreide aanklachten en verhoren ('Interogatorieën') van 'de bewerkers en
begunstigers der Plundering van Middelburg', zijn in alfabetische volgorde op
genomen. Hierbij treffen we o.a. de namen aan van Jacobus Johannes de Bruin
(indertijd burgemeester), Willem Aarnout Kien van Citters(t), Cornelis Kien
van Citters (gewezen hoogbaljuw en rentmeester Bewesterschelde), Willem
Aarnout van Citters (gewezen raad van Middelburg, daarna raadpensionaris
van Zeeland), Gerard van Citters; voorts allerlei anderen als oud-raden, een
koopman, een kamerbehanger, een brievenbesteller, herbergiers, ambachts
lieden, arbeiders en diverse personen van buiten de stad.
In totaal worden 236 personen (dus aanstokers en daadwerkelijke plunderaars)
met name genoemd: sommigen zeer uitgebreid, sommigen kort, bv.'Frans Ver-
brugge, alias Zwart. Plunderde, en stal bij Kuijpers, Thehoff, en Clement'.
Bij veel namen is 'plunderaar' vermeld. Bij de verhoren, in vraag en antwoord
weergegeven, ontkennen de ondervraagden uiteraard alles, weten van niets en
zeggen veelal zich niets meer van het gebeurde en hun ten laste gelegde te kun
nen herinneren (het is inderdaad ook al bijna tien jaar geleden!). Diverse perso
nen zonden de commissie verslagen en verklaringen.
Zo was er van Cauwenberg een 'Instructieve memorie' over de Middelburgse ge
beurtenissen in 1787; en ook van Van Steveninck zelf, die 10 juli 1788 bij verstek
tot eeuwige verbanning uit Zeeland was veroordeeld, maar na de omwenteling
van 1795 weer jubelend was binnengehaald, was er een memorie9. Hierin o.a.
een 'lijst van eenige voornaame plunderaars', waarin genoemd worden:
- Huibrecht Willemse Schout, landman tussen Serooskerke en Gapinge;
- A. Slaakweg, landman te Brigdamme;
- Zotte Lieven en zijn zoon;
- Gerrit van Geelen, wonende buiten de Dampoort;
- ...Rozemeijer;
- Balthazar de Smet;
'deze alle aan mijn huys' schrift Van Steveninck.
Bestraffing der plunderaars, en diegenen op wiens instigatie zij handelden, bleef
- zoals we hierboven al zagen - ondanks de nijvere werkzaamheden van de com
missie ten slotte uit...
Het leven - in de inmiddels nieuw aangebroken eeuw - ging voort. Stroomver
snellingen en kalme wateren lossen elkaar af in de historie: de maalstroom van
de tijd zou ook voor Middelburg nog veel in petto hebben.
74