NOTEN
NOTEN BIJ HOOFDSTUK 2
1Vooral in zijn uitstekende De Patriottenbeweging 1780-1787
2. Het schijnt mij toe dat veel patriotse regenten een uiterst opportunistische politiek be
dreven en dat het er veelal om te doen was locale concurrenten te verslaan om zelf op
het regeringskussen plaats te kunnen nemen.
C.H.E. de Wit maakt de zaak door een al te gedifferentieerd onderscheid nodeloos
gecompliceerd; vgl. Van Himbergen, 'Grondwettige Herstelling', 270.
3. Koeken, Van stads- en plattelandsbestuur855.
De Wit daarentegen beweert in zijn De Nederlandse Revolutie, 24, dat we hier meteen
nieuw, begin 18de eeuw in Engeland ontstaan woord te doen hebben. Overigens was
deze term niet exclusief, ook hun tegenstanders tooiden zich ermee; zie: Jorissen,
'Het tijdperk der Patriotten', 263.
4. De Wit, a.w., noemt hen zo; m i. ware de omschrijving aristocratische patriotten te
prefereren.
5. Naar mijn idee beter democratische patriotten te noemen. De diverse labels - helaas
niet altijd te vermijden - werken in de praktijk verwarrend.
6. Hierop is een totaal andere visie ontwikkeld door De Wit.
7. Dat zijn de oude termen; zie de verhelderende studie, voor de 17de eeuw, van Roor-
da.
8. Zie bv. Jorissen, 'Patriotsche Bladen', 12, en dezelfde, Willem V, 248-250.
9. O.a. bij Jorissen en Hartog.
10. Colenbrander, De Patriottentijd.
11. Colenbrander, a.w.,II, 3.
12. Oorspronkelijk twee lezingen uit 1943, uitgegeven in 1946 en later opgenomen in Stu
dies en StrijdschriftenGroningen, 1958.
13. Geyl, Patriotten en N.S.B. 'ers (uitgave 1946), 9; deze opmerking slaat vooral op de ja
ren 1794/95.
14. De door sommige recensenten, bv. Woltjer in T.v.G. 1967 en Van Os in T. v. G. 1976,
op de Wit's studies geleverde kritiek kan ik onderschrijven. Een groot nadeel is bij De
Wit, m.n. in zijn De Nederlandse Revolutiedat hij zeer summier is in zijn bronvermel
dingen en verwijzingen en dat hij beweringen doet die hij niet waar kan maken, al
thans niet staaften dat hij mite veel de neiging heeft zaken in een vooraf opgesteld
schema te willen passen.
15. Zie ook Palmer's these over de W.-Europese 18de eeuwse revolutie, door hem ont
vouwd in The age of the democratie revolution.
16. Leeb's The ideological origins of the Batavian Revolutioneen opvallend en lucide
werk waarin vooral de nadruk op de historische traditie in het patriots denken wordt
gelegd, uit 1973, en Schama's Patriots and Liberatorseen zeer lijvige studie, die ech
ter grotendeels op de Bataafse Tijd betrekking heeft, uit 1977.
NOTEN BIJ HOOFDSTUK 3
1. Joan Derk van der Capellen tot den Pol, Aan het Volk van Nederland (uitgave 1966,
door W.F. Wertheim en A.H. Wertheim-Gijse Weenink; een nieuwe uitgave ver
scheen in 1981), 130.
2. Inleiding, a.w., 26.
3. Zie Knuttel, 5,1776-1795; na eind 1787 neemt de stroom van pamfletten vanzelfspre-
76