kend merkbaar af. Aan de 'Zeeuwse politieke' denkers Pieter Paulus en Johan Canter
de Munck kan hier geen aandacht worden besteed. Aan de laatstgenoemde, die een
pamflet tegen de Grondwettige Herstelling schreef, hoop ik nog een aparte studie te
wijden.
4. Pas recentelijk werd er uitgebreid over geschreven door Van Himbergen in Kleio
1978, De Wit in Het ontstaan van het moderne Nederland (1978), en iets eerder door
Leeb in Ideological origins (1973), 185-197. Merkwaardigerwijze is De Wit van me
ning dat de Grondwettige Herstelling een overmatig grote rol speelde bij de studies van
De Bosch Kemper, Colenbrander, Geyl en Kossman (Het ontstaan, 12). Dit lijkt mij
onjuist.
5. Hij maakt dit m i. onvoldoende waar; zie Het ontstaan, 45.
6. Aangehaald bij Van Himbergen, 'Grondwettige Herstelling', 267.
7. Aangehaald bij De Wit, Het ontstaan, 48.
8. De Wit, a.w., 49.
9. Hetgeen ook in de oudere patriottische historiografie de opvatting was, vgl. De Wit,
a.w., 29.
10. Van Himbergen, 271.
11. In De Interpretatie, 56-57
12. Geyl, a.w., 56.
13. Zie Nieuwe Nederlandsche Jaerboeken XX (1785), 1427-1434, en Colenbrander, Patri
ottentijd, I, 282 e.v.
14. Colenbrander, a.w., 282-283.
15. Colenbrander, a.w., 285.
16. Geyl, De Patriottenbeweging, 135-136.
17. Voor een gedetailleerd verslag van de Utrechtse gebeurtenissen zie: Vijlbrief, Van
anti-aristocratie tot democratie
18. Geyl, a.w., 172.
19. Zie voor de jaren 1786/87, in het bijzonder de Nijmeegse periode: Dongelmans, De
Oranjes en het Valkhof.
NOTEN BIJ HOOFDSTUK 4
1. Opmerking van wijlen dr. C. Taal tijdens zijn lezing 'De pers als bron voor het histo
risch onderzoek', 6 dec. 1980 voor het Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen te Middelburg gehouden.
2. De WitNederlandse Revolutie, hfdst. IX, m.n. 251
3. Het verschijnen van het Hollandse jacht is opvallend, een provocatie van de Hollandse
patriotten?
4. Zie voor oproeren in de Republiek Rudolf Dekker, Holland in beroering.
NOTEN HIJ HOOFDSTUK 5
1. Tegenwoordige Staal, 161
2. Zie bv. Coronel, Middelburg voorheen en thans, en de staat aldaar op p. 356-357, en
Nagtglas, Bijdrage tot de bevolkingsstatistiek. Toevoegsel Zeeuwsch Jaarb. en Mid-
delburgsche Naamw.1865.
3. W.S. Unger, De gebouwen van de Oost-Indische Compagnie te Middelburg, geeft
hiervan een uitgebreide beschrijving.
77