4. Een modebeeld: in de 18de en het begin der 19de eeuw werden veel oorspronkelijke trap-, hals-, tuitgevels e.d. vervangen door lijstgevels. 5. Sijnke, 'Rondom de Middelburgse haven'. 6. Zie voor de gilden Unger, De archieven der gilden en beurzen. 7. Coronel, a.w., 155. 8. Zie voor de hier beschreven zaken m.n. Coronel, a.w., hfdst. VII, 155-188. Voor bedelarij zie Van den Eerenbeemt, 'Repressieve maatregelen tegen de bedelarij in de 17e en 18e eeuw in Zeeland'. 9. Voor Amsterdam Elias en voor Zierikzee De Vos; vgl. ook de recente studie van Van Dijk en Roorda, in Archief KZGW1979, over het Zierikzeese patriciaat. In 1981 ver scheen de belangrijke dissertatie van M. van der Bijl, Idee en Interest, die een iets eer der tijdvak behandelt (1702-1715). 10. Zie o.a. mijn Uit de Middelburgse historie, 21 e.v. 11Zie voor een genealogie van deze familie de dissertatie van Van der Bijl. 12. Unger, Gesch. van Middelburg in omtrek, 41 (2de druk). 13. Zie Wesseis, Zeeland in de patriottentijd, 117-118, en Lantsheer, Zelandia Illustrata, 2de afl.,222. 14. Zie voor deze sociëteit: Wesseis, a.w., 117, en, voornamelijk voorde situatie na 1795, Unger, Het archief van de Vaderlandsche Sociëteit. 15. Voor het 'leesgezelschappencomplot' na 1787: Geyl, Patriotten en N.S. B. 'ers, 15-16. 16. Van Steveninck studeerde medicijnen te Leiden, promoveerde daarin in 1766 en werd in 1770 stadsdokter te Middelburg. Hoewel hij volgens Nagtglas een 'weinig aantrek kelijke persoonlijkheid' was, werd hij een van de voornaamste leiders van de Middel burgse patriottenbeweging en kapitein van 'Luctando emergentes'. Zijn huis werd in 1787 geplunderd en met moeite wist hij het vege lijf te redden. In 1795 keerde hij terug in Middelburg, waar hij plechtig werd ingehaald. Zijn benoeming tot schepen in zijn vaderstad nam Van Steveninck echter niet aan; hij vertrok naar Amsterdam, waar hij zich aan handelszaken wijdde. Van der Kemp leidde een merkwaardig en door 'losheid en zinnelijkheid' (Nagtglas) gekenmerkt leven. Hij vestigde zich in 1782 als arts te Middelburg, waar hij officier werd van het genootschap 'Luctando emergentes'. Men plunderde zijn huis in de (Lange) St. Pieterstraat bij de woelingen in juli 1787. Hierop vertrok Van der Kemp met zijn gezin naar Zwijndrecht. Later werd hij zendeling in Zuid-Afrika. Zie voor beiden Nagtglas, Levensberichten, II en IV, en voor Van der Kemp ook N.N.B.W. II. NOTEN BIJ HOOFDSTUK 6 1. Zie hiervoor, hfdst. 1 en 5. 2. Het Verheugd Zeeland, 18. 3. Verzameling mr. N.C. Lambrechtsen, inv.nr. 19: 'Korte schets van de voornaamste gebeurtenissen in de bijzondere steden van Zeeland. 4. Idem; vgl. ook Cauwenberg: '...dat de plundering niet een toevallig en onvoorzien, maar alleszints gepremediteerd stuk geweest zij...' (14), en Vad. Hist. Vervolgd 42, 344. 5. Colenbrander, De Patriottentijd III, 228. 6. Vijlbrief, 'De Patriottencrisis'. 7. Fam. arch. Schorer, inv.nr. 426. Hierin wordt opgemerkt: 'Het bewuste Jagt van Dordrecht, eerst te Vlissingen en daarna te Middelburg aangekomen is de aanleijden- de oorzaak geweest van de ontstane combustien binnen laatstgem. stad. Of dit Vaar tuig met eenig kwaad oogmerk en volgens een bevorens beraamd plan om oproer te 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1984 | | pagina 124