3.4. Centraal gezag en troebelen, ca. 1555-ca. 1650
- Verhouding landsheer-stadhouder-Staten; invloed van de centrale rege
ringsinstanties
- Rekenkamer van Zeeland na 1596
- Relatie met Holland, Vlaanderen, Huis van Oranje
- Gewestelijk bestuur: financiële middelen, administratief apparaat, rol
in Generaliteit
- Landsheerlijke admiraliteit (Veere deels onderzocht)
- Maritieme geschiedenis (kaapvaart 16e eeuw in bewerking)
- Vorming van het regentenpatriciaat
- Bestuurlijke organisatie Zeeuwsch-Vlaanderen (Committimus)
- Atlas historische vestingwerken (in bewerking)
- Positie van katholieken op Zuid-Beveland
- Doopsgezinden (bronnenuitgave m.b.t. Anabaptisme in de 16e eeuw in
bewerking)
- (Zuid-Nederlandse) immigratie na de opstand
- Verhouding kerk-staat (bv. Grallenstrijd 1642-1646)
- Inpolderingen
- Sociale en politieke aspecten van de Hervorming (periode 1520-1591 in
bewerking)
- Verhouding stad-platteland; politieke en economische machtsverhou
dingen, culturele uitstraling
3.5. Republiek, ca. 1650-ca. 1795
- Over algemene politieke ontwikkelingen is wel het een en ander geschre
ven of in bewerking. Een aantal leemten uit de vorige periode is ook naar
deze tijd door te trekken
- Positie van de kleine steden
- Kolonisatie van Suriname, rol Staten van Zeeland
- Facties in de Staten en steden (Middelburg is voor de periode ca. 1650-
1720 reeds bewerkt)
- Patriotten en patriottenbewegingen
- Politiek Staten t.o.v. de Generaliteit
- Bestuurlijke organisatie Zeeuwsch-Vlaanderen
- Gevolgen van de verschillende oorlogen (bv. Engelse zeeoorlogen, suc
cessie-oorlogen)
- Inval Fransen in Zeeuwsch-Vlaanderen in 1748
- Troebelen (1651, 1672 (boerenopstand Walcheren), 1747/48, 1787 (Zie-
rikzee bewerkt, Middelburg in bewerking)
- Admiraliteit in Zeeland
- Maritieme geschiedenis
- Positie van katholieken op Walcheren en Schouwen-Duiveland
- Conflict burgemeester Westerwijck van Goes en stadhouder Willem III
- Uitgave 'Burlesque notulen' van Michielsen (in bewerking)
3.6. Bataafse en Franse tijd, ca. 1795-ca. 1813
- Een aantal leemten uit vorige perioden is ook naar deze tijd door te trek
ken
XXXII