langstelling? Jawel, maar niet veel. Op fol.Kl verso vindt men onder n° 53 een
ongedateerd exemplaar van Jan vanden Werves Schat der Duytscher taleeen
boek dat bestemd was voor alle de ghenedie de Latijnsche sprake ende meer an
dere niet en connen ende bysondere die het Recht hanteeren. Volgens Van den
Branden, aan wie ik dit citaat heb ontleend, gaf dit werk 'op een kleine tweehon
derd bladzijden de Nederlandse term of verklaring voor een menigte toen ge
bruikte bastaardwoorden'42. Zoals de Antwerpse patriciër Vanden Werve was
ook Radermacher begaan met het lot van hen 'die de Latijnsche sprake ende
meer andere niet en connen'. Dit blijkt afdoende uit de inleiding op zijn gram
matica. Het zal menigeen niet meer verbazen dat we in deze veilingcatalogus on
der n° 48 een ongedateerd werk vinden, getiteld: Vande Nederduytsche Letter-
const. Wie zich het begin van mijn artikel herinnert, zal evenmin als de gemiddel
de neerlandicus, veel moeite hebben met de identificatie van dit geschrift. Het
betreft hier ongetwijfeld H.L. Spiegels Twe-spraack vande Nederduitsche Let
terkunst.
7. De identificatie
Uitgaande van het door mij in 1982 geschetste profiel, ben ik gaan speuren naar
een mogelijke auteur. Ik zal de lezer niet vermoeien met de namen van hen, van
wie autografen zijn vergeleken met het handschrift van onze grammatica. Van
wege de reeds aangehaalde Oostelijke en Engelse aanknopingspunten in de
tekst en vanwege de Zeeuwse herkomst van het handschrift kwam ook Johan
Radermacher in aanmerking. De uiteindelijke identificatie berust op drie ingan
gen:
1. de autograaf van een Nederlandstalig referein in Radermachers zg. Album
amicorum (nr.61) dat berust in de Centrale Bibliotheek van de Gentse Rijks
universiteit (sign.: HS 2465). De microfilm van dit Album mocht ik lenen van
prof.dr. J.A. van Dorsten. De gotische letter in deze autograaf uit 1607 kwam
vooral goed overeen met die van de titel en van de datering van ons hand
schrift; hij verschilde ook niet wezenlijk van de gotische letter die we verder
in het handschrift aantreffen. Ook Bodel Nijenhuis meende reeds dat deze ti
tel en datering van weliswaar dezelfde hand afkomstig waren als de rest van
het handschrift, maar dat zij 'iets of veel later er boven geschreven [waren]
door den steller'43.
2. Radermachers bijdrage uit 1578 aan het Album amicorum van Abraham Or-
telius en de autograaf van Johan Radermacher uit 1612 in het Album amico
rum van zijn zoon Samuel. In beide geschriften, die in het Latijn zijn gesteld,
wordt de Italiaanse letter (littera cursiva humanistica) gehanteerd die we ook
tegenkomen in ons handschrift44.
3. de Nederlandse brief uit 1582 door Radermacher vanuit Antwerpen ver
stuurd aan de Dutch Church (Austin Friars) te Londen, die in de vorige eeuw
werd gepubliceerd4"? In deze brief treffen we spellingseigenaardigheden aan
die we kennen van ons handschrift. Terillustratie volgt hierbij een korten on
volledig overzicht van overeenkomsten.
13