NOTEN
N.B.
Zowel voor de inleiding als voor de diplomatische transcriptie ben ik veel verschuldigd aan
A.M. barones van Lynden-de Bruïne en aan mevrouw mr. C.A. Binnerts-Kluyver, zonder
wier praktische hulp dit artikel niet tot stand zou zijn gekomen. Aan mevrouw Binnerts in
het bijzonder komt de eer toe de kwestie van de verwijstekens en van de verplaatsing van
de tekstgedeelten te hebben opgelost.
Wat de annotaties in de bijlagen betreft, heb ik veel steun gehad aan de kritische begelei
ding van mevrouw drs. M.J. van der Wal, lie. D. Geirnaert en van drs. J.P. van Oostrom.
Drie medeleden van de Werkgroep Engels-Nederlandse Betrekkingen/Sir Thomas Brow
ne Institute te Leiden, met name: mevrouw drs. B. Heezen, prof.dr. J.A. van Dorsten en
dr. J. Kerling, hebben bij mijn onderzoek en de presentatie ervan een bijzonder stimule
rende rol gespeeld.
Ook de belangeloze technische bijstand van Jan Heiwig, die mij gebruik liet maken van
zijn computer bij het schrijven van dit artikel, wil ik hier gaarne vermelden.
Aan hen allen mijn hartelijke dank!
1. H.L. Spiegel, Twe-spraack. Ruygh-bewerp. Kort Begrip. Rederyck-kunsf,ed. W.J.H.
Caron. Groningen, 1962. Trivium, nr.3.
2. L. Peeters, 'Auteurschap en tekst van'Spiegels' Twe-spraack(\5M)\ Tijdschrift voor
Nederlandse taal- en letterkunde 98 (1982) 2-3, 117-130.
3. In zijn voorwoord bij de Twe-spraack schrijft hij: 'Waar na ick wezende balling in
vreemde landen uyt oorzaken voorschreven/ beghonnen hebbe ghehad te maken/ ee-
nen Neerlandschen Grammaticammaar doort ontberen van alle myne armoede/ be-
nódicht zynde om met mynre handen arbeyd myn kost te winnen/ hebbe ick dat myn
voornemen anderwerven moeten verlaten'. (Spiegel: 1962, 6). Voor de datering van
Coornherts ballingschap, zie: H.Bonger, Leven en werk van D. V.Coornhert(Amster
dam, 1978)62-82.
4. K. Bostoen, 'Voorreden vanden noodich ende nutticheit der Nederduytscher tael-
kunste (1568), Opmerkingen naar aanleiding van het terugvinden van het zestiende-
eeuwse handschrift', Dokumentaal 11 (1982) 110-114.
5. Luchtmans Brill. Driehonderd Jaar Uitgevers en Drukkers in Leiden 1683-1983, Ca
talogus van de tentoonstelling gehouden van 1 september tot 1 oktober 1983 in het Ge
meente-Archief te Leiden. Leiden, 1983, 11,14,[19],32,66-67.
6. W.N. du Rieu, 'Levensschets van Mr. Johannes Tiberius Bodel Nijenhuis', in: Hande
lingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Lei
den, (1873), 247-279. (Vooral: blz. 247,271-273). Zie ook: NNBW Dl.4 (1918)
kol. 179-180.
7. Universiteitsbibliotheek, Leiden HS, sign.: Ltk 15.
8. J.W. Muller, 'Fragment eener zestiendeeuwsche Nederlandsche spraakkunst',
Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde 38 (1919), 1-20. Zie met name
blz.l, 2 noot 1 en zijn opmerking in het Naschrift op blz.20.
9. UB L, Ltk. 15, blz.7.
10. Alg. Rijksarchief, Brussel. Archief Raad van Beroerten n° 116 (olim: Papiers d'État et
d'Audience n° 522), fol.191 recto - 244 recto. Hierin vindt men diverse autografen van
Coornhert, samen met andere stukken in verband met zijn proces voor de Raad van
Beroerten. Zijn handtekening onder een eigenhandig geschreven stuk vindt men op
fol.240 recto.
11. Muller 1919, 1.
12. Muller 1919, 18 noot 15.
13. Muller 1919, 3-4.
14. Muller 1919, 4.
15. Zie Bostoen 1982, 112, 114 noot 11, 12 en 13, waar het belang van deze voorbeelden
sterk wordt gerelativeerd.
17