16. Muller 1919, 6.
17. L. van den Branden, Het Streven naar Verheerlijking, Zuivering en Ophouw van het
Nederlands in de 16e eeuw [Herdruk] (Arnhem, 1967) 75-79. Fotomechanische her
druk van de editie: Gent, 1956.
18. Van den Branden 1967, 78-79.
19. Op één plaats in de tekst, namelijk op fol.3 recto, r.18 lijkt onze auteur het bastaard
woord 'prononcieren' te hebben willen schrijven, maar na de eerste twee letters op pa
pier te hebben gezet, heeft hij die geschrapt en vervangen door 'wt te spreken'.
20. L. Peeters, 'Taalkunde en wetenschap in de zestiende eeuw en het ontstaan van het
Nederlands trivium', in: Linguistics and trivium: Taalkunde en trivium [Spec.nr.van]
Leuvense Bijdragen 71 (1982) 7-29. Zie ook M.Maas, Bibliografie van Nederlandse
geschriften op taalkundig gebied uit de periode 1550 tot 1690 (Nijmegen, 1977) s.v.: N
1568.
21. Muller 1919, 6-8.
22. H. Klifman, 'Nederlandse taalstudie in triviumverband: motieven en uitwerkingen',
Grammal (1983) 17-39, met name blz. 25. Deze studie verscheen ook met enkele klei
ne wijzigingen in: H. Klifman, Studies op het gebied van de vroegnieuwnederlandse tri
viumtraditie (ca.1550-ca.1650) (Dordrecht, 1983) 122-153. (Diss. Univ. v. Amster
dam).
23. Klifman 1983 Gramma], 33.
24. P. Villey, Les sources italiennes de la 'Deffense et illustration de la longue frangoyse' de
Joachim du Bellay (Paris, 1908) 105. Bibliothèque littéraire de la Renaissance, 9.
25. fol.3 verso, r. 1-2.
26. Van den Branden 1967, 274, 289.
27. Villey 1908, xxix.
28. Muller 1919, 4.
29. Bostoen 1982, 113.
30. H.F. Macco, Aachener Wappen und Genealogien, Ein Beitrag zur Wappenkunde und
Genealogie Aachener, Limburgischer und Jülicher Familien. Aachen, 1907-1908. 2
din. Over de familie 'Radermacher', zie: Dl. 2 (1908), 81-83. Met dank aan de heer
A.H.C.van Wersch uit Alphen aan de Rijn die mij op het bestaan van dit werk attent
maakte. Mevr. drs. B. Heezen kon echter vaststellen dat Macco kennelijk twee naam
genoten heeft verward, zie: Zeitschrift des Aachener Geschichtsvereins jrg. 30, blz.
341, 371, 384 en 453, waarin ook vóór 1586 een Johan Radermacher als 'Kupfermeis-
ter' wordt genoemd.
31. Zie over Gillis Hooftman (ook: Hofmans): W. Berens, 'Ein grosser Eupener: Gillis
Hooftman', in: Geschichtliches Eupen 2 (1968), 56-81; Jan van der Noot, De 'Poetic-
sche Werken'ed. W. Waterschoot. Gent, 1975. 3 din. Met name in Dl. 3, 43 noot 3.
32. L. Voet, The Golden Compasses, A History and Evaluation of the Printing and Pu
blishing Activities of the Officina Plantiniana at Antwerp. Amsterdam [etc.], 1969-
1972. 2 din. Zie Dl. 2 (1972), 392 e.v. noot 4.
33. Zie over hem K. van Berkel, Isaac Beeckman (1588-1637) en de mechanisering van het
wereldbeeld. Amsterdam, 1983. (Diss. Utrecht). Zie over Hendrick Beeckman blz. 11-
12.
34. R.E.G. Kirk en E.F. Kirk, Returns of Aliens dwelling in the City and suburbs of Lon
don, From the reign of Henry VIII to thatofJames I. Aberdeen, 1900-1902. The Publi
cations of the Huguenot Society of London. Vol.X, Part I, p.387 noot *,388. Zie over
de Italiaanse Gemeente te Londen: L.Firpo: 'La Chiesa italiana de Londra nel Cin-
quecento e i suoi rapporti con Ginevra'inGinevrae 1'Italia, Raccolta di studipromos-
sa dalla Facolta Valdese di Teologia di Roma\ ed. D. Cantimori, L.Firpo, G. Spini e.a.
(Firenze, 1959) 307-412. Bibliotheca Storica Sansoni, N.S. Vol. XXXIV. Over Ferli-
to, zie blz. 354 e.v.; over Radermacher, zie blz. 340, 341 n.78. Uit de gegevens op blz.
342 blijkt dat de Nederlandse invloed in de Italiaanse Gemeente in 1568 aanzienlijk
moet zijn geweest: in dit jaar zijn maar liefst drie ouderlingen en twee diakens
Nederlanders. Voor de taalkundigen-comparatisten onder ons kan het interessant zijn
18