1. INLEIDING
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden had na de Vrede van Utrecht
(1713) en vooral na de Vrede van Aken (1748) - die een einde maakten respec
tievelijk aan de Spaanse en de Oostenrijkse Successieoorlog - opgehouden een
grote mogendheid te zijn.
Op het vlak van de internationale politiek telde ons land in de tweede helft van
de 18de eeuw nauwelijks meer mee. Binnenlands kwamen de zaken in een
stroomversnelling door een buitenlandse gebeurtenis, nl. de Amerikaanse Vrij
heidsoorlog (die pas daadwerkelijk in 1778 uitbrak, maar een lange aanloopperi
ode had gekend). De Nederlandse 'democraten' (patriotten) steunden dit Ame
rikaanse vrijheidsstreven; zij leunden daarbij sterk op Frankrijk, dat in 1778 En
geland de oorlog had verklaard. De patriotten begonnen zich in deze jaren als
'partij' te profileren. De innerlijke tegenstellingen in de Republiek werden
scherper. Versterking van de vloot vormde een twistpunt tussen Holland en de
overige gewesten. Amsterdam, en spoedig ook de overige Hollandse steden wa
ren voor onbeperkt convooi van de handelsvloot, tegen de Engelsen. Frankrijk
beloonde deze houding met lagere invoertarieven (1779). Engeland hield
Staatse schepen aan en bracht ook koopvaardijschepen op. De Staten-Generaal
besloten uiteindelijk schoorvoetend in 1780 tot onbeperkt convooi, en in decem
ber van dat jaar verklaarde Engeland ons tenslotte de oorlog. Deze Vierde En
gelse Oorlog (1780-1784) verliep hoogst ongelukkig voor ons land. Verschillen
de patriotse tijdschriften van anti-Engelse, en weldra ook anti-stadhouderlijke
teneur werden in deze jaren (1780-1782) opgericht.
51