vernieling van zijn Vlissingse huis en zijn afzetting als vroedschap in 1787. RAZ, Ver zameling Snouck-Hurgronje I, inv.no.97. 53. Zuidervaart, 'Van de Perre', 49-53. 54. Hetzelfde geldt voor J.P.Fokker, arts en lector aan de Illustre School. Zie RAZ, Col lectie Van Citters, inv.no. 13. De vergaderingen van hetMiddelburgsch Departement vonden gewoon voortgang; alleen op 2 juli, de dag van de plunderingen, verviel we gens 'de tegenwoordige tijdsomstandigheden' de geplande vergadering. Vgl. presen tielijsten van de vergaderingen van het departement in AZGW, inv.no.233, 65-85 en die voor het Perpetueel Comité en de directeurenvergaderingen in AZGW inv.no.5, 286-340. 55. Ibidem, inv.no.5, 6 October 1786. 56. Verhandelingen ZGW, XII, vi-vii. 57. Ibidem, XIV, iii-iv; AZGW, inv.no.5, 29 en 30 October 1787; inv.no.233,10 October 1787. 58. Ibidem, inv.no.6, 27 november 1787. 59. Ibidem, 9 mei 1788. 60. Ibidem, 29 april en 9 mei 1788; o.a. de volgende orangistische directeuren werden be noemd: J.A.Bekius (1789); Mr. A.F.Lammens (1788) en de nieuwe baljuw van Vlis- singen Mr. A.J.C.Lampsins (1788); de volgende patriotse directeuren werden o.a. be noemd: P.A.Boreel de Mauregnault (1787); Mr. D.W.deCliever (1791) en Mr. L.H.de Haze Bomme (1793). Voormalige patriotten werden eveneens tot lid be noemd: o.a. J.H.van der Palm (1788); J.de Kanter (1788) en Y.van Hamelsveld (1791). 61. C.H.E.de Wit postuleert in zijn De Nederlandse Revolutie van de Achttiende Eeuw 1780-1787. Oligarchie en Proletariaat (Onsbeek, 1974) 117-125 en 199-229 een samen zwering van een orangistische 'kabaal' met vader en zoon Van Citters en Van de Spie gel (allen betrokken bij het Zeeuwsch Genootschap) als sleutelfiguren. Onder hun lei ding stonden de garnizoenen aangevuld met een goed georganiseerd proletariaat. Met behulp van deze groepen kon deze kabaal naar believen tegenstanders onder druk zet ten met dreiging tot plundering of deze bedreiging uitvoeren. De Wits visie is echter gebaseerd op een eenzijdige lezing van een zeer beperkte hoeveelheid materiaal (vnl. de collectie Dumont-Pigalle in het ARA, de door Vreede bezorgde vier delen over Van de Spiegel, het geschrift van A.J.W.Cauwenberg, Omstandig verhaal van het voorgevallene te Middelburg en in Zeeland bij gelegenheid der revolutie in den jaare 1787 (z.p. ,1796) dat eerst als lezing was voorgedragen in de Vaderlandsche Sociëteit in Middelburg in 1795 en daar diende om de toehoorders te laten gruwen van de wanda den van de regentenen tenslotte gedeelten uit De Chalmot (ironisch genoeg, geleverd door N.C.Lambrechtsen, een van de slachtoffers van de plundering). Het andere be schikbare materiaal (hss, ooggetuigenverslagen, memories, correspondenties) aan wezig op de PBZ en het RAZ werd door De Wit niet benut. De weerslag van de ge beurtenissen in het Zeeuwsch Genootschap, maar ook in de andere Walcherse ge nootschappen wijst echter in de richting van een andere, meer gematigde interpreta tie, namelijk dat de plunderingen passen in het standaardpatroon van rellen vooraf gaande aan wetsverzettingen. Ze hadden een relatief spontaan karakter en werden hoogstens uitgebuit. Gezien de blijvende vriendschappelijke contacten tussen be werkers en slachtoffers zowel voor, tijdens als na 1787 kan de samenzweringsidee al leen overeind worden gehouden wanneer bij de bewerkers grote genialiteit wat betreft organisatietalent èn geheimhouding wordt verondersteld en bij de slachtoffers grenze loze naïveteit. Een nadere studie van het Zeeuwse patriottisme is hard nodig. Vgl. over De Wits interpretatie van het Nederlandse patriottisme, N.C.F.van Sas, 'Ge schiedenis als samenzwering', Theoretische Geschiedenis, 7 (1980) 9-17. 62. AZGW, inv.no.5, 7 april 1786. Vgl. tevens ibidem, inv.no.4,4 april 1775; inv.no. 55, p. 155; inv.no. 6, 29 januari, 26 februari en 9 mei 1788. 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1985 | | pagina 116