was aan de natuurrechtproblematiek gewijd. Vgl.H. Roy aards, 'Bedenkingen over
een algemeen Grondbeginzel, waaruit alle de Voorschriften van het Natuurlijk
Recht kunnen afgeleid worden', Verhandelingen ZGW, dl.XIII (Vlissingen, 1786)
345-402. Ook Royaards riep een klassiek rationalistisch optimisme, gebaseerd op
o.a. Cicero's De Officiis te hulp wanneer het er om ging de menselijke neiging zich
door zijn passies te laten meeslepen, te bestrijden. Bovendien was er altijd nog de
Goddelijke Openbaring wanneer het inzicht in het karakter van de natuurlijke orde
te kort mocht schieten. Het is typerend dat Royaards zich aan het eind van zijn be
toog weer in diverse bochten wrong om die Goddelijke Openbaring uiteindelijk toch
de eerste plaats toe te kennen.
16. Vgl. A. Lieftinck, 'Verhandeling over een nieuwe manier om kleine zeshoeken te
versterken', Verhandelingen ZGWdl.II (Vlissingen, 1771) 127-160 en J.F.Hennert,
'Onderzoek of de onzekerheid omtrent de waare gedaante der aarde eenen merkely-
ken invloed hebbe op de starrekunde en navigatie', Verhandelingen ZGW, dl.IV
(Vlissingen, 1775) 499-544. Hennert was een van de weinigen die een krachtig plei
dooi hield voor aandacht voor toepassingen van de wiskunde in het universitaire on
derwijs. Vgl.H.J.M. Bos, 'Johan Frederik Hennert, wiskundige en filosoof te
Utrecht aan het eind der achttiende eeuw', Tijdschrift voor de Geschiedenis der Ge
neeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek, 7(1984) 19-31.
17. Vgl. Mijnhardt, 'Het Nederlandse Genootschap', 89.
18. J. W.te Water, 'Verhandelingen over het begraven der lijken in de steden en kerken'
en W.Schorer, 'Verhandeling over de dwaasheid en schandelijkheid der Twee
gevechten' beide in Verhandelingen ZGW, dl.IV (Vlissingen, 1775) 545-576 en 629-
668. De begraafdiscussie was in Zeeland zeer geanimeerd nadat Kluit er zijn oratie
ter gelegenheid van de verkrijging van een professoraat aan de Middelburgse Illustre
School op 25 september 1776 aan had gewijd. Zie hierna bij de prijsvragen.
19. Verhandelingen ZGW, dl.II,v.
20. Zie voor de verhandelingen van Bomme over dit thema. Van Benthem Jutting,
'Leendert Bomme', Archief KZGW (1969). Andere verhandelingen in dit genre wa
ren o.a. J.van Iperen, 'Bericht wegens eene Schild-padde, aan de Kust van Zeeland',
Verhandelingen ZGWdl.VI (Vlissingen, 1778) 620-624, en D.H.Gallandat, 'Be
schrijving van een zonderling stuk ivoor', ibidem, dl.IX (Vlissingen, 1782) 351-391.
21. Vgl. o.a. de meteorologische waarnemingen van directeur A.Muller in deel I, II, III
en VI en de bijdragen van D.Radermacher, 'Bericht van de keering van 't water in
een vijver', Verhandelingen ZGW, dl.III (Vlissingen, 1773) 592-596 en J.Tjeenk,
'Bericht wegens de miswijzing van het Compas door den donder', ibidem, 615-616.
22. H.J.Krom, 'Verhandeling strekkende ter beantwoording van eenige swarigheden
uit de beschouwing der Natuurkunde afgeleid, tegen het gezag der Goddelijke
Openbaringe' (niet gepubliceerde voorlezing in het Middelburgsch Departement 6
december 1786). Vgl. tevens de volgende ontboezeming '...Leeuwenhoek schiep
wapenen voor onze ogen en drong tot in het diepst van de natuur, en daar hij de
sluyer der verborgenheden niet konde doorzien, heeft hij... gelegenheyd gegeven
om yder te overtuigen van de onmogelijkheid van dieper onderzoek en te leeren af
zien van zulk een spoorlozen onderneming waarmede een dwaze inbeelding, om al
les te leeren kennen en uitleggen tot heeden het stikziend menschdom vergeefs ge-
paayd had...' AZGW, inv.no.3, 29 januari 1771.
23. Lintsen dateert de professionalisering van de ingenieur pas veel later en kent aan de
achttiende-eeuwse genootschappen dan ook geen rol van betekenis toe. Vgl.
H. W. Lintsen, Ingenieurs in Nederland in de Negentiende Eeuw (Den Haag, 1980) 26-
27.
24. Van Lieburg, 'Geneeskunde en medische professie', zie tevens de speciale aflevering
van het Tijdschrift voor Geschiedenis, 98 (1983) afl.3, gewijd aan het thema arts en
samenleving.
81