langstelling is het voorval dat hij bij een diner een van zijn bedienden de opdracht gaf van elk gerecht en van elke geserveerde wijn iets in een porseleinen emmer te gooi en. Na afloop liet hij de emmer onder zijn gasten rondgaan om te tonen hoe hun maaginhoud er op dat moment uitzag. 46. De prijsvraag over het gebruik van zgn.kuilschepen (no. 11), gesubsidieerd door Ra- dermacher en uitgeschreven in 1777, werd in 1779 bekroond. Prijswinnaars waren E.Lombard (1745-1796), opperchirurgijn bij de VOC te Cheribon en W.Udemans (1723-1797), meester timmerman bij de Zeeuwse Kamer van de VOC. Lombard kreeg de gouden en Udemans de zilveren medaille. De tweede scheepsbouwkundige prijsvraag over de ideale cirkelboog van het voorschip (no. 16) werd in 1780 aan het publiek gepresenteerd. In 1783 werd de inzending van een Frans ingenieur uit Bayonne, Garnier de St. Julien, bekroond. Zijn verhandeling werd in dl.XI (Vlissin- gen, 1784) geplaatst. 47. Radermacher schreef zelf een bijlage bij de bekroonde verhandelingen die achter deze stukken werd geplaatst. In 1780 kon hij het genootschap berichten dat '...de uytkomst van het een en ander is dat de Vergadering van XVII de Kameren van Zee land, Delft en Hoorn heeft gequalificeert om de Schepen te mogen maken... dus Zeeland de eer heeft tot welzijn van de Oost-Indische Maatschappije zoo kragtdadig te hebben konnen medewerken 't geen anders nooit zoude gelukt hebben'. Rader macher aan secretaris, AZGW, inv.no.62,11 mei 1780. In: 'Schepen van de VOC en een vergelijking met de vaart op Azië door andere compagnieën', Bijdragen en Me dedelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden99(1984) 19, bespreekt J .R.Bruijn de grote betekenis van de invoering van de door Radermacher gepropa geerde driedekkers, zonder overigens diens naam of de rol van het Zeeuwsch Ge nootschap te vermelden. 48. De prijsvraag over de rotkoortsen werd in 1774 uitgeschreven en bekroond in 1776 (no.8). De bekroonde antwoorden van de Rotterdamse arts J. Veirac (1745-1795) die de gouden, en van de Amsterdamse heelmeester B.Hussem die enkele reizen als scheepschirurgijn had gemaakt en de zilveren medaille won, werden geplaatst in deel VI (Vlissingen, 1778). De prijsvraag over de gezondheidsaspecten van de scheeps bouw (no. 14) werd uitgeschreven in 1779. In 1782 werd het antwoord van de al eer der genoemde J.Harger, die ook de prijsvragen over de najaarskoortsen en over de armoedebestrijding had gewonnen, met de gouden medaille bekroond. Publicatie volgde in dl.X (Vlissingen, 1784). De prijsvraag over het waterbederf (no.39) werd in 1791 uitgeschreven. Na twee vergeefse herhalingen werd deze prijsvraag in 1799 ingetrokken, omdat de overheid deze had uitgeschreven. De prijsvraag over het te huis voor bejaarde zeelieden (no.19) werd in 1782 uitgeschreven. De verhandeling van de Middelburgse landsfabriek Conrad Kayzer, die dit ambt bekleedde van 1776- 1791, werd bekroond in 1785 en gepubliceerd in dl.XIII (Vlissingen, 1786). 49. Deze prijsvraag (no.25) werd in 1784 uitgeschreven. In 1786 werden de verhandelin gen van L.Verwijk uit Rotterdam met de gouden en die van de predikant P.Ver- haack (1747-1824) met de zilveren medaille bekroond. Publicatie volgde in dl.XIV (Vlissingen, 1790). Met de 'Heeren Bewindhebbers' werd nauw contact onderhou den om de in de verhandelingen gedane voorstellen zo spoedig mogelijk in praktijk te brengen. AZGW, inv.no.5, 6 October 1786. 50. De prijsvraag over de Javaanse landbouw (no.42) werd in 1794 voor onbepaalde tijd uitgeschreven, overigens zonder succes. De prijsvraag voor het geneeskundig hand boek (no.30) werd na diverse malen herhaald te zijn in 1794 afgevoerd. Moens had in 1779 het genootschap al geschreven: 'Ag gave God dat dit genoodschap den weg mogt bannen om de weg des Euangeliums in Indieën te openen, tot verligtinge en ge- lukkigmakinge van zo veele duijzende zielen die door de blindheyd, zo van het Ma- hometaan, als van het Heydendom vervreemd zyn van het Euangelium...' AZGW, inv.no.62, 15 december 1779. De prijsvraag (no.26) werd in 1784 uitgeschreven, maar zonder succes. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1985 | | pagina 123