76. Vgl.: 'Als dan geeft dese beoeffening de meerder klare bekendwording der vol
maaktheden van onzer allen weldadigen Schepper, en brengt in ons voor, een zoete
verlustiging en betrouwen op desselvs alverzorgende goede bestuuring met betrek
king tot onze afhankelijkheid en veelvuldige behoeften in dezen Levensstaatterwijl
ook deze kundigheden te meerder middelen opgeeven om in het Natuurlijk en Bor-
gerlijk leven, nuttig te zijn, zo voor onszelf als voor onze mede Menschen. De Stig-
tingen van zo veele Genootschappen, en gezelschappen ter beoeffening van Ge
leerdheid en natuuronderzoekingen, in het beschaafde deel van onze bewoonde
Aardkloot, in ons Gemeentebest, in onze Provincie en Steden, en door zo veele bij
zondere Persoonen van goede smaak, wat toonen die anders dan het toegestemde
voortreffelijke van den beoeffening en de eedele vorderingen in Kundigheden, een
redelijk Weezen teregtwaardig.' L.Bomme, 'De Natuurwetten proefondervindelijk
ontdekt op de Natuurlijke Historij', voorlezing in het Middelburgsch Departement 5
juli 1784. hs.PBZ 4194.
77. J.van Iperen, 'Antwoord op de vraag voor 't jaar 1772, betrekkelijk de gevolgtrek
kingen uit het natuuronderzoek', Verhandelingen ZGW, dl.IV (Vlissingen, 1775)
116-117.
78. J.Bots, Tussen Descartes en Darwin. Geloof en Natuurwetenschap in de 18e Eeuw in
Nederland (Assen, 1972) 123-124.
79. D.Schoute, De Geschiedenis van het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg (Mid
delburg, 1923) 9.
80. C.H.D.Ballot, de docent in het damescollege, betoogde bij de plechtige eerste bij
eenkomst in 1785: 'Ik weet zeker, het oogmerk is niet, om de natuur-kundige Proe
ven als aardigheden aantezien; maar het is, om daar door de Natuur zelve, en haare
werking, te kennen. Ik vinde mij verplicht de Dames geluk te wenschen met deeze
Onderneeming! Eene Onderneeming, welke redelijke weezens alleszins waardig is.
Hoe zeer zal dezelve opleiden tot den Maaker aller dingen Welk eene ondernee
ming kan voortreffelijker zijn, dan die uit haaren eigenen aart geschikt is, om den
Schepper in het schepsel te doen kennen, Zijne Wijsheid te eeren, Zijne Goedheid te
aanschouwen. Zijne Macht te bewonderen! Wetten van het Natuurkundig Genoot
schap door eenige Dames opgericht, binnen Middelburg (Middelburg, 1785) 36-37.
Vgl. ook L.Bomme, Redenvoering ter Inwying van het Teeken-Collegie (Middelburg,
1778) 9-10.
81Wetten voor het Natuurkundig Gezelschap (Middelburg, 1796) art. VIII.
82. Vgl.H. A.M.Snelders, 'De natuurwetenschappen in de lokale wetenschappelijke ge
nootschappen uit de eerste helft van de negentiende eeuw', De Negentiende Eeuw7
(1983) 102-122 en de daar aangehaalde literatuur.
83. Zuidervaart, 'Van de Perre', 71-98.
84. Van Radermacher zijn enkele lessen bewaard gebleven (4 april 1794; 15 maart 1797
en 12 april 1797). Deze hadden een uiterst elementair karakter. Radermacher had de
gewoonte de lessen met een slotzang te beeindigen, waarbij hij waarschijnlijk - Ra
dermacher was een goed musicus - de dames aan het orgel begeleidde. De tekst van
deze slotzangen hamerde het fysico-theologisch motief er weer grondig in:
K'zing Uw grootheid Groote God
die beneen en in den hoogen
door oneindig Alvermogen
alles schiept op uw gebod' etc.
Collectie Schorer II, RAZ, inv.no. 1019, papieren Radermacher.
85. Vgl. voor de technische en financiële problemen bij de introductie van de stoomma
chine in Nederland, K. van der Pols, 'The introduction of the steam engine to the Ne
therlands', The Low Countries History Yearbook. Acta Historiae Neerlandicae, XII
(Den Haag, 1979) 110-125. Recent onderzoek naar de ontwikkeling van de textielin-
88