'statistieke beschrijving'41. Tegen het einde van 1808 verwijzen de brieven, ge
schreven in nogal onvast Frans, regelmatig naar:nos memoires sur le statisti-
que de nos Departemens'42. In augustus vertelt de landdrost zijn zoon: la
mienne avance assez bien'43. Deze verwijzingen gaan terug op een verzoek van
Koning Lodewijk Napoleon aan de landdrost, met de datum 12 juli 1808, om een
volledige statistieke beschrijving van zijn provincie, een verzoek dat hij ook aan
de andere landdrosten had gericht44. Van Doorn beschouwde dit als een ontzag
lijke taak en delegeerde veel ervan aan zijn ondergeschikte kwartierdrosten in
de diverse districten van zijn provincie. We kunnen het samenstellen van het
rapport volgen door de correspondentie van de landdrost met zowel zijn zoon
aan het hof van de koning als met zij n ondergeschikten in Zeeland te bestuderen
Op 17 juli, vijf dagen na ontvangst van het bevel van de koning, belastte Van
Doorn Ermerins in Zierikzee met het verstrekken van de nodige gegevens van
de noordelijke eilanden45. Op de 24ste schreef hij zijn zoon, dathet eerste ge
deelte reeds gereed is Maar het ontbreekt me nog aan een grote hoeveelheid
informatie, waarmee de kwartierdrosten mij moeten voorzien, alvorens ik mijn
werk voort kan zetten'46. De 'eerste afdeling'of topografische beschrijving, was
dus klaar, maar de statistische beschrijving van de economie (het hier afgedrukte
gedeelte) bleek een harde noot om te kraken. Tamelijk verlegen vanwege de ge
ringe voortuitgang die hij geboekt had bij het gehoorgeven aan de koninklijke
opdracht legde Van Doorn la multiplicité de mes occupations journalières'47
aan zij n zoon voor en troostte zichzelf met de even grote moeite die zij n collega's
in andere departementen ermee hadden48. In de ogen van Van Doorn werd de
ernst van de zaak aanzienlijk verminderd door het besluit van de koning Zeeland
in 1808 niet te bezoeken: 'Qu'importe, vü que le Roi ne viendra pas en Zelande
pour cette année ci?'4y 'Je ne crois pas devoir me trop presser a lui faire tenir le
travail qu'il m'a imposé'50. Uiteindelijk zond Ermerins, kwartierdrost te Zierik
zee, op 8 oktober 1808 het rapport over zijn district naar zijn meerdere51. Een
afschrift van dat rapport bevindt zich in de archieven52 en is een zeer bruikbare
bron van vergelijking bij bestudering van Van Doorns werk. De landdrost kon
nu de diverse districtsrapporten tot een provinciale synthese omvormen, deze in
het Frans laten vertalen en naar de koning sturen. Wat hier afgedrukt is, is dus de
Nederlandstalige versie van zijn werkzaamheden.
Wat betreft de strekking van dit stuk eisen twee punten onze aandacht op. Ten
eerste zien we Van Doorns beheersing van detail en synthese, als teken van de
competente functionaris beïnvloed door de nieuwe Franse tendenzen in de bu
reaucratie. Ten tweede is het beeld dat hij schetst niet veel minder dan catastro
faal en duidelijk onderdeel van een pleidooi gericht aan de centrale regering (die
van koning Lodewijk Napoleon) om bepaalde concessies, geconcentreerd in de
Middelen tot Herstel waarmee het stuk eindigt. Van werkelijk niets wordt toege
geven dat het in orde was. Hoewel de waarlijk fnuikende effecten van de Franse
handelsblokkade nog ervaren moesten worden53, is het misschien toch begrijpe
lijk dat na dertien jaar oorlogstoestanden een indruk van tegenspoed werd gege
ven. Twee gebieden waarvan het moeilijk te ontkennen zou zijn dat de oorlog
voorspoed had gebracht bleven echter door Van Doorn onberoerd: de meeste
onderdelen van de landbouw en de smokkelhandel.
Zijn bewering dat de graanprijzen laag waren (MS p.22A) moet in de juiste con-
101