oogstperiode van juli en augustus ziet men in de tweede figuur er nu drie, waar van de eerste betrekking heeft op het planten en de derde op het delven van de meekrapVoor al deze meekrapwerkzaamheden werdenuitgezonderd voor het wied- en onderhoudswerk, meest losse arbeiders in dienst genomen. Figuur 4 laat zien dat de stijging van de loonkosten correspondeert met de stij ging van de loonkosten voor de losse arbeiders. In hoeverre de relatieve verschuiving van accoord- naar dagloon de loonkosten ook heeft doen stijgen, is niet helemaal duidelijk. De 'arbeidsfilms' geven in ieder geval aan dat het voornamelijk wied- en pootwerkzaamheden zijn ge weest, welke Adriaan Vaar meer in dagloon heeft laten uitvoeren. Mogelijk hoopte hij hiermee te bereiken dat er zorgvuldiger gewerkt zou worden. De gedetailleerdheid van het Arbeidsverdiensteboek maakt het ons mogelijk voor elke arbeider afzonderlijk de jaarverdiensten vast te stellen. Voor de losse arbeiders is dat weinig zinvol, omdat hun jaartotalen niet de zuivere jaarlonen weergeven, aangezien ze in hetzelfde jaar ook elders werkzaam waren en loon verdienden. Voor de vijf vaste arbeiders die het langst in dienst zijn geweest, geven we hier wel de jaarcijfers. De zekerheid dat het hierbij om zuivere jaarinkomens gaat, is W.v.Gilst (5/11/1805- 19/4/1851 250n 200- 150- 1001 50' 0 JEverse (1/1/1804- 22/12/1851) H.Wagenaar (24/2/1814- 14/4/1855) '9' "1 )8'9' 1 1847 50 1847 50 1847 '50 3'9' '1 2' 3'4 P.Remijnse(15/12/1823- IMee r t ens 4/11 1820-15/5 1888 250- 200- 150- 100 50 0 1855 6'7 '8'9 60 1 2 34 5 6 18534 5 6 7 8 9 6Q 1 2 3 4 5 6 7 8 9 7n 1 i1if r- 70 Figuur 6. De jaarinkomens van vijf vaste arbeiders, verdiend op het bedrijf gedeelte, verdiend door de vrouw 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 123