snel toe21Vele verzoeken werden echter afgewezen, daar de werkloosheid het
gevolg zou zijn van 'eigen schuld' of de betreffende persoon had geweigerd 'pas
sende arbeid' te aanvaarden. Het resultaat was, dat deze mensen naar het arm
bestuur werden doorverwezen22.
De omvang van de werkloosheid in Vlissingen mocht de gemeente vooralsnog
voor weinig grote problemen plaatsen, dit nam niet weg, dat de bestaande voor
zieningen op het gebied van de werklozenzorg allesbehalve toereikend waren
om, ingeval van een grotere en meer langdurige werkloosheid, de problematiek
op effectieve wijze aan te pakken. In 1930 bedroeg het aantal tegen werkloos
heid verzekerde arbeiders in de stad ruim 2.30023. Dit was zeker een hoog aantal.
De moeilijkheid was echter, dat de verzekering niet altijd uitkeerde: als men te
kort lid was, te lang werkloos of te weinig dagen had gewerkt tussen twee perio
den van werkloosheid. Zo werd over de periode 1927-1930 gemiddeld slechts
56% van het aantal werkloosheidsdagen door de verzekering uitgekeerd24. Be
halve de mogelijkheid ingezet te worden bij de gemeentelijke werkverschaffing
restte de werklozen niets anders dan de bedeling of de weinig efficiënte steunre
geling.
De Vlissingse sociaaldemocraten leverden kritiek op de landelijke en plaatselij
ke werklozenzorg. Behalve een uitbreiding van de steunregeling werd aange
drongen op een verruiming van de werkverschaffing. Ook over het functioneren
van de plaatselijke Arbeidsbeurs waren ze allesbehalve tevreden. Zo had de
beurs in 1927 allerlei gegevens over de ingeschreven werkloze arbeiders aan een
ondernemer verstrekt. De SD AP stelde, dat de Arbeidsbeurs alleen een lijst van
werkzoekenden mocht overleggen, zonder de werkgever van dienst te zijn bij
het aanwerven van ongeorganiseerde arbeiders25Drie jaar later vond een soort
gelijk incident plaats. De 'Steenkolen Handels Vereniging' (SHV) bood toen ar
beid aan beneden het plaatselijke uurloon, nl. 0,50 i.p.v. 0,69. In dit geval,
zo stelde de SDAP-raadsfractie, had de betrokken ambtenaar zijn bemiddeling
moeten weigeren of de werklozen mededelen, dat het plaatselijk uurloon hoger
lag. Dit had hij echter verzuimd en zelfs gedreigd met intrekking van de uitkering
indien het aangeboden werk zou worden geweigerd26.
De kritiek van de sociaaldemocraten nam niet weg, dat ook zij geen noemens
waardig alternatief aan de werklozen hadden te biedenDe door hen voorgestel
de maatregelen waren ook niet meer dan gericht op een bestrijding van de sym
ptomen der werkloosheid.
B. De ontwikkeling van de sociaaldemocratie in Vlissingen tot 1930.
Terugblikkend op 1930 stelde A. Rorije, secretaris van de VBB, dat het offen
sief der arbeidersklasse, de tijd der grote stakingen, ten einde leek. Hij doelde
hierbij niet alleen op de situatie in Nederland, maar meer specifiek op die in Vlis
singen, waar de gevolgen van de crisis in de loop van 1931 steeds duidelijker
zichtbaar werden"7.
De Vlissingse sociaaldemocratie kon met tevredenheid terugzien op hetgeen be
reikt was in de jaren '20. Niet alleen had deze periode een aanzienlijke groei in
het ledental van de bestaande sociaaldemocratische instituties te zien gegeven,
ook vele nieuwe plaatselij ke instellingen werden opgericht. De VBBin 1908 op
gericht met ruim 200 leden, georganiseerd in een viertal bondsafdelingen en de
plaatselijke SDAP, telde 12 jaar later ruim 800 leden, verdeeld over 14 afdelin-
112