voortdurend uitstel kwam het niet zo ver en uiteindelijk werd maar besloten de Fransen terug over te dragen aan de Engelse koning, op de kapitein en de schip per na. Deze twee, die net zoals Frans Behem en zijn bemanning het leven ver beurd hadden, gaf de regentes 'hemd' en 't lyff' en zij verzachtte in 1547 hun straf tot dienst op de galeien. In 1546 kwam het wel tot uitvoering van een vonnis en eindigden zes Franse zee rovers hun leven aan de galg, omdat ze vissers beroofd hadden56. CONCLUSIES Wij hopen aangetoond te hebben door middel van deze schets van de activiteiten van kapitein Frans Behem tussen 1537 en 1539, dat oorlogsvaart, kaapvaart en zeeroverij in eikaars verlengde lagen. De vanuit Veere opererende Behem dien de eerst als kapitein onder de admiraal van Veere en de keizer. Tijdens de oorlog met Frankrijk besloot hij zelfstandig op kaapvaart te gaan, waarbij de in Veere woonachtige reder Robert Cuper optrad als zijn financier. De kwestie Dor drecht maakte duidelijk dat kapers zoals Frans Behem zich niet altijd hielden aan de afgelegde eed of uitgereikte commissiebrief en dan terecht kwamen in het mistige grensgebied tussen kaapvaart en zeeroverij Na het einde van de oorlog met Frankrijk in 1538 viel het hem, net als vele andere kapers, moeilijk over te schakelen op vreedzamere manieren van geld verdie nen. Frans Behem vond een uitweg door in dienst te treden van de Oostfriese jonker Balthasar von Esendie op dat moment oorlog voerde tegen BremenHij overtrad echter zijn commissiebrief op zo'n grote schaal, vooral in het Kanaal, dat hij verviel in zeeroverspraktijken. De stad Bremen veroordeelde hem als zeerover en Behem cum suis werden onthoofd als afschikwekkend voorbeeld. De executie had de steun van de centrale overheid, die de onrust op zee wilde bestrijden. Duidelijk moge ook zijn geworden dat de Nederlandse zeelieden niet zozeer vanwege hun moed en ervarenheid bij hun eigen en vreemde vorsten in aanzien stonden (uitspraak De Jonge) als wel vanwege een afgeleide van deze twee eigenschappen: hun vermogen binnen korte tijd de vijand op zee veel schade toe te brengen en talrijke goederen buit te maken. Zeeslagen van enige omvang wa ren zeldzaam in die tijd en meestal werden weerloze vissers- en koopvaardijsche pen de dupe van de dadendrang der Nederlandse kapers. De vorsten voeren hier wel bij via hun aandeel in de opbrengst van de prijsgoederen. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 35