NOTEN 1. Jan Reygersberch, Dye Cronijcke van Zeelandt (Antwerpen, 1551) 328. 2. 'Reigersberg, van' Encyclopedie van Zeeland, II (Middelburg, 1982) 556. 3. JErmerins, Eenige Zeeuwsche oudheden uit echte stukken opgehelderd en in het licht gebragt (8 dln.; Middelburg 1780-1794) III, 2 p.59. J.C. de Jonge, Geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezen (6 dln.; 's-Gravenhage, 1833-1848) I, 163-164. L.C. Vrijman, Kaapvaart en zeeroverij. Uit de geschiedenis der vrije nering in de Lage Landen (Amsterdam, 1938) 63. J.C. A. de Mey, 'Oorlogsvaart, kaapvaart en zeeroof' in: Maritieme geschiedenis der Nederlanden (Bussum, 1976) I, 322. 4. De Jonge, Geschiedenis, 166. 5. Groot Placaetboeck IV, 1208-1215. F.A. Gooskens, 'De admiraliteit te Veere. Inven taris van het archief en een kort overzicht van de geschiedenis tot 1559' (Typschriftin- ventaris; Middelburg 1983). Zie ook: C.G. Roelofsen, 'L'amirauté a Veere, considé- rée dans ses attributions judicaires(XVe-XVIesiècles) in: Publications du centreeuro- péen d'études bourguignonnes (XIVe-XVIes.) 24 (1984) 67-80. 6. L. de Baecker, 'Etude biografique sur Gérard van Meckeren, vice-admiral de Flandre sous Charles Quint' in: Annates de la Société d'Emulation pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre, 2e reeks dl. IV (1848) 313-398. 7. RAZ, Rechterlijk Archief Eilanden, inv. nr. 341 fol. 28v-30,34-34ven 41-44. Senten- tenties betrekking hebbende op de zaak Beauvoir versus Behem. Fol. 59-66. Senten ties betrekking hebbende op de zaak Behem contra Italianen uit Antwerpen. De sen tenties van de admiraliteitsraad werden ingeschreven in een register van de vierschaar van Veere. Als gevolg van de nauwe banden tussen de heer van Veere, de stad en de admiraliteit raakten hun archieven vermengd. 8. Rijksarchief in Zuid-Holland (RAZH), Hof van Holland, inv. nr. 0 525, nr. 45. 9. Staatsarchiv Bremen (SB), Ratsarchiv, inv.. nr. 2-W.3.b.3.a. Het dossier is genaamd: 'Auseinandersetzungen und Fehde Bremens mit Junker Balthasar von Esens, 1526- 1553'. In het dossier bevindt zich, naast een aantal stukken het proces betreffende, een zeer uitvoerige kroniek van een zekere Rudolph a Depholt, waarschijnlijk ge schreven in de 16e eeuw. Alle stukken in het dossier waren met potlood genummerd; indien nodig wordt naar deze potloodnummers verwezen met de verwijzing; SBDos sier Behem, nr. 10. Gemeentearchief Veere, voorl. nr. 2069. 11. Recueil des ordonnances des Pays-Bas, 2e serie dl. III 540-541. 12. RAZ, Prelaat en edelen, inv. nr. 220. Prelaat en edelen schreven de bede uit 'om te mogen wederstaen ende resisteren den Coninck van Vranckerycke die in persoen met grooter macht envaheerde zyne voirseide majesteit landen ende ondersaten nyet je- genstaende die groote ende omtallicke schaeden ende verliesen die voirseide landt van Zeellant boven allen anderen landen heeft moeten draegen ende lyden ter cause van de twee voerleden Inundatien' (fol.5). 13. SB, Dossier Behem, nr. 74. Behem werd 'Amerael' genoemd in het concept van de in structie, die de stadssecretaris van Bremen in augustus 1539 meekreeg voor zij n bezoe ken aan de hertog van Saksen en de keurvorsten van Braunschweig en Lüneburg. 14. RAZH, Hof van Holland, inv. nr. 0525, nr. 45. Hierin wordt gezegd: 'dat die voirseide Pie ter van Rostyck, capiteyn van een schip van oirloge, bestel ende bevel hebbende van den heere van Hoochstraten'. 15. C.G. Roelofsen, 'L'amirauté'73. In september van het jaar 1537 ontving ene Gerard van Ouderschie een commissiebrief van de graaf van Hoochstraten. Deze Hollandse kaper wendde zich, na een succesvolle kaping, tot de Veerse admiraliteit. Na zijn ver- 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 38