Volgens een oude verklaring voor de oprichting van beide compagnieën zouden de embargo's die Filips II de schepen uit de opstandige gewesten oplegde, Hol landers en Zeeuwen min of meer tot vereniging hebben gedwongen. De maatre gelen van de Spaanse koning waren echter milder en van korter duur dan de pro paganda in de Verenigde Provinciën wilde doen geloven. Ook andere factoren moeten een rol gespeeld hebben. Het Spaans-Portugese monopolie op Oost- en West-Indië was te zwak. Doordat bovendien Zeeuwse, Hollandse en Engelse kapers de retourvloten in ernstige mate aantastten, werd de distributie en daar mee de prijsvorming van onder meer suiker en specerijen uitermate instabiel. De gevestigde koophandel in vrijwel alle zeenaties vroeg hogerhand om be scherming hiertegen. In de Verenigde Provinciën kwamen de Staten-Generaal aan deze wens tegemoet door de VOC het octrooi te verlenen. De geschiedenis van de oprichting der VOC is ruim een eeuw geleden reeds door J.D. van der Chijs uitgebreid beschreven. Dat zijn werk nog steeds van grote waarde is blijkt uit het feit dat zijn verhaal in latere literatuur nauwelijks aanpas sing behoefde. Het in de literatuur beschreven beeld van het besluitvormings proces, voorafgaand aan de totstandkoming van der WIC, blijkt met name voor de jaren 1606-1607, mistiger. Dooreen vergelijkend onderzoek van vooral notu len en octrooi-ontwerpen uit deze jaren, valt de nevel weliswaar niet geheel te verwijderen, maar toch bleken er enige niet onbelangrijke correcties op de be staande literatuur mogelijk, vooral door onderzoek van het tot dusverre nog niet integraal uitgegeven concept-octrooi dat in oktober 1606 namens de Staten-Ge neraal aan de afzonderlijke provinciën werd toegezonden. De voornaamste vragen die in dit volgende een antwoord dienen te krijgen zijn, wie, kooplieden of overheid, bij de voorbereiding der WIC de belangrijkste rol speelden en welke motieven aan hun handelen ten grondslag lagen. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 44