activiteiten van de jonge compagnie niet in overeenstemming kon brengen met zijn Mennonitische geloofsovertuiging, een groot deel van zijn aandelen ver kocht had30. Door middel van waardevolle geschenken in de vorm van damast en kostbare le dikanten, deels afkomstig van de Indische kaapvaart, wisten Staten-Generaal en VOC de Fransen gunstig te stemmen en aan het lijntje te houden. Men probeer de echter niet alleen met geschenken de oprichting van een concurrerende Oost- indische compagnie te verhinderen. Francois van Aerssen, agent van de Ver enigde Provinciën in Frankrijk, suggereerde de Fransen al in februari 1605 liever een Westindische compagnie op te richten. Deze zou geen gevestigde belangen aantasten, immers: les desseins sont encor en leur entier en facties'31Hen drik IV kwam hier ruim een jaar later op terug. Hij vroeg Van Aerssen om Fran cois Francken te polsen over de mogelijkheid van Franse deelname aan zo'n compagnie. De koning wilde Francken hierover zelf spreken, maar deze was voorlopig te druk met de voorbereidende besprekingen in Holland32. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 51