logspartij, die politiek nog niet veel had in te brengen7. Bij het nalezen van Usselinx' geschriften valt de strijdbare toon op, die vele re genten onheus en querulant in de oren moet hebben geklonkenDat zijn stijl van presenteren zijn goede bedoelingen in de weg gestaan heeft is moeilijk te bewij zen, maar is wel alleszins aannemelijk. Ook na de arrestatie van Oldenbarnevelt in augustus 1618 liep het met de besluit vorming die moest leiden tot een WIC allesbehalve gesmeerd. Een groot aantal tegenstanders, dor Usselinx zelf omschreven als een Hydra met vele koppen, bleef zijn voorstellen dwarsbomen8. De magistraat der zeesteden wilde slechts een WIC die de organisatie van de VOC met haar lucratieve bewindhebbers plaatsen strikt navolgde. Usselinx' plannen voldeden daar niet aan. De bewind hebbers van de VOC vreesden zelf voor hun positie. Immers een 'modernere' WIC, waarin de bewindhebbers meer dan bij de VOC aan banden waren gelegd, kon wel eens als voorbeeld gaan dienen bij de aanstaande herziening van het gel dende VOC-octrooi. Over nog veel meer tegenwerking klaagde Usselinx. De vele verzuchtingen illustreren hoezeer hij zich de zaken persoonlijk aan was gaan trekken. Zijn verwijten aan het adres van de stedelijke pensionarissen en secretarissen verdienen bijzondere vermelding. In tegenstelling tot de magis traat, bleven deze ambtenaren jarenlang op dezelfde post gehandhaafd. Mede aan die continuïteit ontleenden zij hun macht. De wijsheid van sommige pensi onarissen, zo klaagt Usselinx, bestond slechts uit Latijn en daardoor keken ze neer op iemand die geen 'Latijnsche wijsheyd en hadde' en die bovendien de we tenschap die hij had bezeten, namelijk zijn geldbuidel, was kwijtgeraakt. Het was hun schuld dat de vroedschappen niet of verkeerd werden voorgelicht over zijn plannen9. Zijn betoog is van belang voor degene die Usselinx' karakter wil bestuderenmaar ook als een getuigenverklaring over de rol en de machtspositie van de ambtenaren in de politiek alleszins interessant. Alle tegenwerking ten spijt kwam de zaak al voor de gevangenneming van de Hollandse landsadvocaat op gang. In de Staten van Zeeland werd, nadat Zierik- zee de wenselijkheid van een WIC naar voren had gebracht, besloten om gede puteerden in Den Haag opdracht te geven informeel contact op te nemen met prins Maurits, en ook elders te sonderen hoe de kansen bij een nieuwe behande ling lagen1". Naar aanleiding van alweer een rekest van Usselinx stelden de Sta- ten-Generaal op 24 juni een commissie in, die Usselinx over zijn ideeën moest horen". Naar aanleiding van het door deze commissie uitgebrachte rapport verklaarden de gedeputeerden van Holland dat de plannen onnodig veel geld kostten en dat Usselinx wat hen betrof wel weer kon vertrekken12Deze zette zich opnieuw aan het schrijven van rekesten en memories, maar voorlopig zonder enig resultaat. Zelfs berichten uit Parijs dat men in Frankrijk bezig was met de oprichting van een WIC vermochten weinig indruk te maken13. Pas in juni 1618 werd in verband met plannen tot samensmelting van VOC en een Engelse compagnie weer over de WIC gesproken. De commissie die over deze fusie moest gaan onderhandelen diende ook over een eventuele WIC te rapporteren. De stukken van voorgaande besognes bleken echter zoek, waarop in de vergadering de suggestie werd ge daan om eens in de boedel van de overleden Francken te gaan zoeken14. Of de stukken daaruit ook te voorschijn kwamen is onbekend. Feit blijft wel dat de voorstellen van de commissie verrassend veel leken op het concept uit 1606. 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 66