gen als de vrije ingesetenen van de steden deser landen daerinne haere vrijdommen sijn ge nietende, oock niettegenstaende eenige onvrije persoonen in dese compaignie sijn partici perende. Ad art. 10: De toelichting hierop in het 'Rapport' luidt: 'De vrijheden ende exemptien die men dese com paignie soude mogen ende behoren te gunnen, sijn eerst vrijdommen van alle thollen, sowel van de Graeffelickheyt als van Wassenaer ende van alle andere provintien om bij gebreke vandien alle de ingesetenen van Hollandt, Zeelandt ende andere provinciën, die daertoe sijn geprivilegeert nyet onvrij te maecken, mits dat veele onvrije personen in deese compaignye sullen herederen, ende dat de tholrechten medebrengen dat een onvrije persone in eenige goe deren herederende 't geheele goet onvrij maeckt, oick voor de portie van de vrije personen. Personen die afkomstig waren uit met vrijdom begiftigde steden en ambachten kregen voor hun goederen een soort vrijbrief. In vennootschappen e.d. voorzag zo'n vrijdom echter niet. Iedere deelnemer in een maatschap moest zijn eigen geprivilegeerdepositie bewijzen. Dit was bij een onderneming als de W1C onmogelijk, zodat algemene vrijdom gevraagd moest wor den. De aparte vermelding van Wassenaar vindt zijn oorsprong in de confiscatie in 1583 door de Staten van Holland van de Wassenaarse goederen van de Spaansgezinde, in vijandelijke ge bieden verblijvende Graaf de Ligne ("Van der Gouw, p. 17). Hierdoor waren de Staten van Holland in staat ook voor deze belangrijke tollen vrijdom te verlenen. In het uiteindelijk in 1621 vergunde octrooi vinden we deze Wassenaarse tollen niet meer expliciet vermeld. In 1616, ten tijde van het bestand, verkocht De Ligne deze tollen voor 220.000 gulden aan Hol land, waardoor deze 'terugkeerden' in de domeinen (Pars.p. 213). 11. Dat alle de goederen die dese compaignie geduerende den tij t van twintich eerstcommende jaeren sullen uuyt dese landen varen, naerde quartieren van Indien ende Africa, binnen de voorseyde limiten begrepen, ende die sij vandaerin dese landen sullen brengen, sullen we- sen vrij van uuytgaende ende incommende convoyen, dat wij oock de waren, uuyte selve quartieren gecomen ende wederom uuyt dese landen gaende, in de uuytgaende convoyen ende licenten niet hooger en sullen beswaren dan die jegenwoordich beswaert sijn. 12. Ende nadien soowel in de Godlijcke als menschlijcke rechten, mitsgaders in alle redelijck- heyt gefundeert is, dat de goede wordden gedefendeert tot costen van den bosen, ende van den vijanden van de gemeene welvaert ende commercie, soo is't dat wijredelijck ende eerlijck bevindende dat dese compaignie in haer goet voor nemen werdde beschermpt tot haeren minsten quetse, sooveele mogelijck tot costen van de vianden van de gemeene commercien, geordonneert hebben, dat van alle prinsen, die sij sal commen te veroveren opten geenen, die haere handelingen wederstaen, gehouden sal wordden reeckeninge apart ende verscheyden van de reeckeninge van de negotien ende dat het provenu van deselve prinsen sal wordden geemployeert tot equippage van de sche pen ende betalinge van't volck van oorloge, fortificatiën, besettinge ende diergelijcke sa- ecken van der oorloge ende defentie te water ende te lande dependerende, tot welcken eynde 'tselve provenu van de prinsen voor den tijt van zes eerstcommende jaeren sal blij ven bij de borse van de compaignie sonder daervan te doen eenige distributie ten waere dat de saecke sulcx werdde gesegentdat men notoirlycksonder de compaignie te swacken eer distributie mochte doen ende dat 't eynden de voorseyde zes jaeren gedaen sal worden dis tributie apart van 't gene bij goede reeckeninge bevonden sal wordden boven de voorseyde oncosten van de oorloge bij prinsen verovert te sijn, 'twelck verdeelt sal wordden een thiende paert voor de gemeene saecke van de Vereenichde Nederlanden, een xxxe paert voor sij ne Excellentie als Admirael van der See ende de reste voorde participanten van de se compaignie, elcx pontsgelijcke naer rate van haer capitael. 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 75