20. De tekst van het VOC-octrooi is uitgegeven door Van der Chijs, p. 118-135. 21. ARA arch. Staten van Holland, inv. nr.2608*c: 'Rapport mijnen Edele heeren, de Staten van Hollandt ende Westvrieslandt, gedaen by Mr.Franchois Vranck 22. ARA arch. Staten van Holland, inv. nr.2608*e. Evenals het Rapport vermoedelijk af komstig uit de boedel van Johan van Oldenbarnevelt. In de vroedschapsresolutiën van Amsterdam dd. 21 augustus 1606 wordt gesproken over een 'seecker project'. Het Rapport is ongedateerd, maar moet gezien de in artikel VI genoemde ingangsdatum van de WIC (1 september 'eerstcommende') zijn opgesteld in de zomer van 1606. 23. De tekst van dit concept-octrooi, aanwezig op het RA Utrecht, arch. Staten van Utrecht, inv. nr.23213: Resolutiën van de Staten en gedeputeerde Staten, 1605-1607, (met daarbij ingebonden de ter vergadering gebruikte stukken) wordt in bijlage III ge heel opgenomen. De reden voor het volledig uitgeven van dit concept is dat in de be staande literatuur tot op heden slechts gebruik gemaakt is van de door Van Meteren overgeleverde, zeer onvolledige versie of van de Duitse vertaling die Ph. du Bois er in 1608 van maakte (uitgegeven door Ebeling, dl.II, bijlage XLV). Dit heeft bij vele schrijvers tot diverse foute conclusies geleid. Waar het concept-octrooi op significante punten afwijkt van de artikelen in het Project of het Rapport, is in de uitgave in bijlage III daarvan melding gemaakt. 24. Evenals de behartiging der afzonderlijke belangen van de zoutsteden. Zie hier na. 25. ARA arch. Staten van Holland, inv. nr.2608*c: Rapport p.18. 26. Van der Chijs, p. 108-109. 27. Van der Chijs, p. 134, art.44. 28. Zie bijlage III, art. 14 en 16. 29. Resolutiën Staten-Generaal, dl. 13, 14 oktober 1606. 30. Resolutiën Staten-Generaal, dl. 13, 23 oktober 1606. Op 28 oktober wordt de tekst van de brief aan de afzonderlijke gewesten vastgesteld. Dit schrijven werd geantedateerd op 23 oktober. Zie voorde minuut: ARA arch. Staten-Generaal, inv. nr.4914 I; voor een grosse: RA Zeeland, arch. Staten van Zeeland, inv. nr.912. 31. Voor de verleende geloofsbrief zie ARA arch. Staten-generaal, inv.nr.4914 I. 32. Op 8 december kreeg Maurits toestemming om voor twee schepen alsnog zo'n com- missiebrief te verlenen. 33. Notulen Zeeland, 1606, p.244. 34. Notulen Zeeland, 1606, p.263. 35. Notulen Zeeland, 1606, p.264. 36. Notulen Zeeland, 1606, p.268-269. 37. Volgens opgave van Fruin (I, p. 188) voor het jaar 1608. 38. Notulen Zeeland, 1606, p.269. 39. Van der Heijden, p.89. Ten onrechte suggereert deze dat de ideeën overeen dergelij ke raad van toezicht pas aan het daglicht treden in het alternatief concept-octrooi dat Usselinx in 1619 instuurde (afgedrukt bij Van Rees, dl.2, bijlage II). 40. Zie hierna. 41. Notulen Zeeland, 1606, p.285-286. 42. Notulen Zeeland, 1624, dd. 22 maart 1624. 43. Goslinga, p.49. 44. Zie de considerans van het concept-octrooi van de Staten-Generaal, bijlage III. 45. Goslinga, p.55-56. 46. Goslinga, p. 118. 47. Goslinga, p.63. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 90