Laten we hier alvast benadrukken dat de bron waaraan de voornaamste gege vens zijn ontleend ons zijn beperkingen oplegt. Het gaat om een loonboekhou- ding waarin de werkzaamheden en verdiensten van de landarbeiders geregi streerd zijn. Cijfermateriaal betreffende inkomsten en uitgaven, dat zicht kan geven op rendement en bedrijfsresultaten, zal men er tevergeefs in zoeken. De activiteiten van de paardeknecht zijn er niet in terug te vinden, en er zijn weinig gegevens over de veeteelt uit te halen, eenvoudigweg omdat de landarbeiders vrijwel alleen voor akkerbouwwerkzaamheden werden ingezet. Een compleet beeld van het bedrijf is derhalve niet te geven. Wat wordt er dan wel aangeboden? Eerst worden ligging en verkaveling van de grond geschetst, dan volgt een bespreking van het grondgebruik, de vruchtwisse ling en de stand van de landbouwtechniek op het bedrijf, en vervolgens komen de gereconstrueerde productiecijfers aan de orde. Tenslotte kunnen dan - last but not least - de gegevens met betrekking tot de beloning van de landarbeiders, het arbeidsverloop en de arbeidsomstandigheden gepresenteerd worden. Vooraf zullen echter eerst de bron en de achtergrond van de auteur belicht wor den. Aan het eind komen we op deze persoon terug; met name zijn financiële ac tiviteiten zullen dan de revue passeren. 2. HetArbeidsverdiensteboek' van Adriaan Vaar De bron waaruit de bedrijfsgegeven geput zijn, is een 168 bladzijden tellend ca hier, dat op de achterkant van de voorkaft de wijdlopige titel draagt: Arbeidsver- dienste boek als van uitgegevene arbeidslonen en verdiende gelden bij het Gemet met de namen aan welke persoonen mitsgaders van welk werk van den 15 maart 1847 enz: ten behoeve van de WedëW. Vaar door A. Vaar, Landbouwer te Oude- lande8. Het handschrift begint op de eerste bladzijde inderdaad met de uitgaven van 15 maart 1847 en eindigt op de 160ste bladzijde zonder aanwijsbare reden met de uitgaven van 7 september 1872. De resterende acht bladzijden zijn on beschreven gelaten. De vlag dekt zeker de lading, want de inhoud bestaat hoofdzakelijk uit aanteke ningen van loonbetalingen van landarbeiders, met vermelding van naam, datum van registratie, aard en omvang van de werkzaamheden en oppervlakte en lig ging van de bewerkte percelen. De laatste specificaties zijn evenwel alleen gege ven wanneer het om aangenomen werk gaat. De dagloonaantekeningen bevat ten vrijwel alleen bijzonderheden betreffende de aard en de duur van de arbeid. De loonbedragen zijn per jaar opgeteld. Het eerste boekjaar loopt van 15 maart 1847 tot 20 maart 1848, terwijl het volgende boekjaar eindigt op 31 december 1848. Vanaf die datum komen de boekjaren overeen met de kalenderjaren. In de rechtermarge naast de looncijfers staan tussentijdse optellingen genoteerd, die echter niet steeds op gelijke perioden betrekking hebben. Soms gaat het om een tijdsduur van zes, soms om een tijdsduur van drie weken. Per jaar zijn er doorgaans tien tot twaalf van zulke optellingen gemaakt. Verder vindt men in het boek ook jaartotalen, die met uitzondering van de jaren 1857, 1858, 1862, 1863,1870 en 1871 nog uitgesplitst zijn in jaarbedragen per arbeider, waarin dan de verdiensten van vrouw en kinderen meeberekend zijn. Behalve deze gegevens bevat het Arbeidsverdiensteboek voor de jaren 1849- 1856 enkele losse aantekeningen van meer algemene aard, die betrekking heb- 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1986 | | pagina 96