geven, bijvoorbeeld: tarwe dorsen voor A. Vaar; elders kan men het alleen afle
zen aan de letter A, die voor de regel is geschreven. Na 1850 is er geen sprake
meer van zulke notities. De arbeid op de percelen van Adriaan Vaar en die van
zijn moeder werd toen blijkbaar uit een gemeenschappelijke beurs betaald.
Niet op alle terreinen werd echter een gezamelijke administratie gevoerd. Zo is
in de boekhouding van de meestoof In De Vlugtie Nisse, eveneens van de hand
van Adriaan Vaar, de aanvoer van meekrap van de weduwe W. Vaar en van
Adriaan Vaar apart geregistreerd12. Hoe moeder en zoon hun financiële zaken
onderling exact geregeld hadden, onttrekt zich helaas aan onze waarneming,
maar zoveel is zeker dat het Arbeidsverdiensteboek betrekking heeft op het be
drijf van moeder en zoon, terwijl de zoon dit bedrijf landbouwtechnisch en fi
nancieel beheerde.
Welke kenschets valt er nu van deze Adriaan Vaar, landbouwer te Oudelande,
te geven? Hij stamde uit een Zuid-Bevelandse boerenfamilie, droeg de protes
tantse klederdracht en sprak het streekdialect, zoals blijkt uit verschillende
woorden en zinswendingen in het Arbeidsverdiensteboek^Het geslacht Vaar
had vanouds bezittingen in de dorpen Ellewoutsdijk, Oudelande en Driewegen,
terwijl de familie Walhout land bezat in de omgeving van het dorp Nisse. Met de
omvang van dat bezit correspondeerden de functies die de mannelijke leden van
beide geslachten gedurende lange tijd in de plaatselijke bestuursinstellingen be
kleedden. De regionale almanakken doorbladerend komt men hen in de tweede
helft van de 18de en de eerste helft van de 19de eeuw herhaaldelijk tegen in colle
ges van schout en schepenen, kerkeraden en besturen van waterschappen14.
Adriaan's vader Willem maakte in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw
deel uit van de gemeenteraad van Oudelande. Het is dan ook niet verwonderlijk
dat we Adriaan Vaar zelf al in 1852 op 31-jarige leeftijd in hetzelfde
bestuurscollege ontmoeten. In 1868 zou hij tot wethouder gekozen worden. Ver
der trad hij vanaf 1862 op als voorzitter van het Hervormd kerkbestuur en ver
scheen hij in 1874 als gezworene in het bestuur van het waterschap waarvan hij
ingeland was.
Voor het bereiken van een machtspositie in een plattelandssamenleving is meer
dan alleen grondbezit vereist. Kennis, kunde en prestige zijn eveneens onont
beerlijk. Met welke persoonlijke kwaliteiten nu was Adriaan Vaar toegerust?
Naast het Arbeidsverdiensteboek geven ook zijn andere geschriften blijk van ad
ministratieve vaardigheden als nauwgezetheid, ijver en een goede beheersing
van de Nederlandse taal. Van zijn hand kennen we nog een viertal brieven, een
handgeschreven geschiedenis van de Hervormde kerkgemeenschap van Oude
lande, een flink aantal stukken van notariële aard, de reeds genoemde boekhou
ding van de meestoof en het notulenboek van de eigenarenvereniging van die
zelfde meestoof15. De twee laatste manuscripten tonen daarbij ook aan, dat
Adriaan Vaar ondernemerskwaliteiten bezat: hij blijkt als initiatiefnemer, be
langrijkste aandeelhouder en boekhouder de drijvende kracht achter deze mee-
stoofonderneming te zijn geweest, een onderneming die ondanks de neergang
van de meekrapcultuur geen echte mislukking genoemd kan worden.
In verschillende Zuid-Bevelandse notariële archieven bevinden zich stukken,
die door Adriaan Vaar ten behoeve van anderen geschreven en nadien door offi
ciële notarissen gewaarmerkt zijn. Deze akten, boedelbeschrijvingen e.d. date
ren meest van na 1870. Ze bewijzen dat Vaar voor allerlei zaken betreffende roe
rend en onroerend goed door vele boeren in de omgeving in vertrouwen werd ge-
76