Epiloog Het feit dat Teellinck in het voorafgaande veel vaker is genoemd dan Udemans, is niet alleen het logische gevolg van het verschil in omvang van beider bibliogra fie. De doelgroep van Udemans was meer de zeevarende natie en het politieke gebeuren. Udemans' aandacht voor de praxis vitae tegenover de praxis pietatis, zijn meer op ascese dan op mystiek gerichte boodschap en ook de rol die hij zelf speelde op het vlak van de nationale politiek, kunnen daarbij als verklaring wor den aangevoerd. Door desondanks Udemans te betrekken in een beschouwing over de relatie tussen piëtisme en geneeskunde, kan een al te eenzijdig en over trokken beeld van de intensiteit en omvang van die relatie worden voorkomen, zoals die op grond van uitsluitend de werken van Teellinck kan worden gerecon strueerd. Kennis van de opvattingen van de piëtistische predikanten over geneeskunde en gezondheidszorg is niet alleen van belang voor de geschiedenis van beide disci plines, maar kan ook een bijdrage leveren tot bijvoorbeeld een beter begrip van de medische elementen in de pennevruchten van de Zeeuwse literatoren. De na men van Johan de Brune (1589-1658) en Jacob Cats (1577-1660) moeten daarbij worden genoemd. Beiden waren geestverwant van Teellinck en Udemans, ge tuige de gedichten die De Brune en Cats in hun werken hebben laten opne men104. De intensieve relatie tussen Cats en de 17e eeuwse geneeskunde maakt deze schakel naar het piëtisme nog belangwekkender105. Tenslotte blijft de vraag of de geschriften van beide Zeeuwse piëtisten ook direc te of indirecte invloed hebben uitgeoefend op de medische literatuur van de 17e eeuw106; en naar de wisselwerking tussen piëtisme en de natuurwetenschappen in het algemeen. Gelet op de omvang en kwaliteit van de intelligentia van Mid delburg en Zierikzee moet die wisselwerking er ongetwijfeld zijn geweest107. Om die uitstraling en inwerking van de piëtistische ideeën op de geneeskundige theorieën en praktijk van de 17e eeuw te kunnen onderzoeken is dieper graven de en verdergaande studie van het gereformeerd piëtisme vanuit medisch-histo- rische optiek noodzakelijk. Tevens zal dan moeten worden vastgesteld hoe spe cifiek de hier gesignaleerde ideeën waren voor het piëtisme als geestesstroming. Deze voordracht op de locatie waar Teellinck ruim 15 jaren zijn piëtistische boodschap heeft gebracht, wilde de aanzet tot dit onderzoek zijn. 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 117