NOTEN D.J. Struik, Het land van Stevin en Huygens (Nijmegen, 1979), 109. 1. C. Clusius, Rariorum Plantarum Historia (Antwerpen, 1601), CCCXV-CCCXX. 2a. F. M. Engel, De gifkeuken der natuur. (Den Haag, 1974), 110. J.H. Parry, The age of reconnaissance, (London, 1973), 349-352. 2b. Een eiland in de golf van Guinee, aan de westkant van Afrika, in 1637 door Cornelis Jol voor de WIC veroverd. 3. F.W.T. Hunger, 'Acht brieven van Middelburgers aan Carolus Clusius', in Archief ZGW (1925), 114. 4. F.W.T. Hunger, Charles de Escluse, ('s-Gravenhage, 1927) vermeldt op p. 174 Lei den als eerste stad van studie. Leuven is waarschijnlijker, mede daar de overgrootva der van Tobias rector in Leuven was. 5a. F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen. Middelburg, 1888-'93, 2dln. 5b. G.A. Lindeboom, Dutch medical biography. Amsterdam, 1984. 6. Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden; behelzende eene beschrijving van Zeeland, (Amsterdam, 1751), 57/58. 7. Hunger, 1'Escluse, 183, 184, 246, 248. 8. Deze brief is in de handschriftenverzameling van de Leidse Universiteitsbibliotheek. Hieronder volgt een overzicht van de in Leiden bewaarde brieven: Datum van de brief: Verzonden naar Clusius in: 8 Idi Oct 1590 oude tijd Frankfort 11 Cal Mart 1590 oude tijd Frankfort Aug. 1592 Leiden postridie Non. May 1597 Afgedrukt in Rariores (Leiden) 6 febr. 1602 Leiden 9. Tegenwoordige Staat der Verenigde Nederlanden; vervolgende de beschrijving van Zee land, (Amsterdam, 1753), 229. Het dorp wordt hier als vervallen beschreven. Op de topografische kaart 1:25.000 is alleen nog een kapel aangegeven. 10. Brief van 3 febr. 1603 door Lobelius uit Middelburg aan Clusius. Geciteerd in Hunger, l'Escluse, 272: 'Mais ie treuve icy tout tant change et la ville abiecte et depeuplee, la practique et Medecine sy gastee par les coureurs de Roels et compaignons, que sans fa veur il ny faict pas trop bon, lesTriacleurs et Pseudochymistesou Cacochymiquessont eslevez pardessus tout les bons Medecins parquoy ne scay que dire ou faire, le temps nous enseignera.' Kako-chemici is kennelijk een neologisme voor slechte scheikundi gen. 11. M. Lobelius, Den Leydts-man en onderwyser der Medicijnen of ordentlicke uytdeylinge en Bereydingboeck van de Medicamenten. Eerste uitgave 1614 met een opdracht aan de Staten van Zeeland en de burgemeesteren en raad van Middelburg. 12. Het antwoordschrijven van Clusius bestaat bij mijn weten niet meer. Wel is op de bui tenkant van Roels' eerste brief aangetekend, wanneer deze door Clusius is ontvangen en wanneer beantwoord. Over Clusius' liefde voor bolgewassen zie o.a. Hunger, l'Escluse, 192: Hier wordt uit een brief van Clusius geciteerd, waarin hij schrijft dat hij van Leiden extra reisgeld no dig heeft o.a. voor het vervoer van 'bulbaceas et tuberosas stirpes meas delicias'. 13. Hunger, l'Escluse, 183/184. 14. P.M.N. Eldering, 'Caspar Pelletier', in Janus LXIV (1977), 263-278. 15. Te vinden als Chamaeiride. 16. F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, vermeldt de overlevering dat hij een lust hof zou bezitten te Oostkapelle in de dorpsstraat achter een woning, waarvan het 99

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 137