III. LEVENSLOOP Jeugd en huwelijk Jan de Munck werd in 1687 (het jaar van Newton's befaamde Principia) in het Zeeuws-Vlaamse Hulst geboren'. Zijn ouders waren betrekkelijk eenvoudige burgers. Hij was het derde kind van Jan Jansz de Munck en Jannetje Fransd Ei- jens, die in 1683 in het Vlaamse Doel getrouwd waren. Jan was genoemd naar zijn grootvader Jan Stevens de Munck (1618-1695), die in Kieldrecht het ambt van dijkgraaf had bekleed. Nadere gegevens omtrent zijn jeugd en maatschap pelijke achtergrond zijn schaars. Ook omtrent zijn opleiding staan ons nauwe lijks gegevens ter beschikking. Rond 1710 zou hij door een zekere W. de Jonge zijn opgeleid in de 'Mathesis en de Astronomie'. Zijn leermeester zal vermoede lijk een privé-onderwijzer geweest zijn, zoals die in deze periode wel vaker in de Republiek werkzaam waren, vooral voor de opleiding van stuurlieden, landme ters, boekhouders en dergelijke beroepen2. Biografische gegevens komen eigenlijk pas ter beschikking vanaf het tijdstip waarop De Munck zich als landmeter op het eiland Walcheren manifesteert. In een eigenhandige notitie beschrijft De Munck in 1763 hoe hij dan precies vijftig jaar tevoren de buitenplaatsen mocht opmeten van een aantal Zeeuwse regen ten, en hoe hij als vrijgezel door hen 'met veel vriendelijkheid werd gedefroij- eerd, zoo van tafel als van bed' (défrayer vrijhouden van kostgeld). Een van deze regenten, de bewindhebber der Oostindische Compagnie Johan Hieronimus Huijssen van Vossemeer, introduceerde hem in Middelburg, met het gevolg dat De Munck zich in 1715 als poorter van deze stad en tevens als gezel in het Ambachts- en Timmermansgilde kon laten inschrijven. In Middelburg was het met het vrijgezellenbestaan snel afgelopen. Nog datzelfde jaar trouwt hij met Catharina Duynewey, de oudste dochter van de deken van het voornoemde gilde, Laurens Duynewey (overleden 1730) en diens echtgenote Catarijna van Hoorn (1662-1745). Met dit huwelijk verzekerde De Munck zich van een goede uitgangspositie binnen de Middelburgse samenleving. Hij verkreeg nu de voor Fig. 12. Penning van het Timmermansgilde met de vermelding van Jan de Munck als proefmeester (1763). 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 145