JAN VAN MUSSCHENBROEK (1687-1748), Leiden. P. 1744. Instrumentmaker. In 1708 aangesteld voor het schoonhouden van de instrumenten op het Theatrum astronomicum de sterrenwacht op het Leidse academiegebouw). Vooral bekend als vervaardiger van de vele instrumenten uit het leerboek van 's Gra- vesande. PETRUS VAN MUSSCHENBROEK (1692-1761), Utrecht/Leiden. C. 1737-1744; P. 1744. Broer van de voorgaande. Sedert 1723 hoogleraar wiskunde en wijsbegeerte te Utrecht, in 1732 aangevuld met de leerstoel astronomie. Van 1740 tot 1761 hoogleraar in de 'physica experimentalis' te Leiden. Voor zover bekend heeft hij alleen in Utrecht astronomische waarnemingen verricht (waaronder observaties van de Mercurius- overgang van 1736 en de komeet van 1737). SIMON PANSER (geb. 1699), Embden. C. 1737-1739. Stads-mathematicus en leermeester der navigatie en wiskonst te Embden. Correspon deerde met De Munck over de komeet van 1737, over de schijnbare conjunctie van Ve nus en Mercurius en over sterbedekkingen door de MaanDe briefwisseling schijnt be ëindigd te zijn na enige aanmerkingen door De Munck op Panser's Astronomische He- melspiegel (Amsterdam. 1738), een van de vele kleine sterrenkundige publicaties die Panser in de periode 1733-1748 heeft uitgegeven. STEVEN POELMAN, (geb. 1690) Goes. P. 1744 (3 exemplaren). Landmeter (benoeming door Staten van Zeeland: 30 juli 1711). Was tevens school meester te 's Heer Arendskerke. Verkreeg in 1736 een octrooi tot oprichting van een stijfselmakerij te Goes. BARTHOLDUS RENOU (1714-1773), Zierikzee. P. 1744. Landmeter op Schouwen. Wint in 1769 een prijsvraag van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen over de oorzaken en mogelijkheden tot herstelling van de vallen en grondbrakken in de zeedijken. JACOBUS THOMAS ROELANTS, Antwerpen. C. 1739. Mathematicus en 'gesworen Land- en Edificie-meter'. Stuurde De Munck in 1739 een gedrukt boekje over een tweetal aanstaande eclipsen. Schreef eerder een tweetal astro-theologische boekjes, waarondereen Onderzoek van deZons Duisternis Voorge vallen op den sterfdag van de Zaligmaker(Antwerpen, 1737). JAN SCHIM. Maassluis. C. 1753-1754. Koopman, burgemeester en gecommitteerde van de visserij te Maassluis. Verdienste lijk amateur-astronoom. De Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der We tenschappen bevatten van zijn hand een kritische studie van alle hem bekende Mercuri- us-overgangen en een berekening van de terugkomst van de komeet van Halley. Bij deze laatste verhandeling heeft hij zich ook aan storingsberekeningen gewaagd. ADRIAAN SPINDER (J1758), Haarlem. C. 1739-1744;P. 1744. Gezworen Landmeter, aanvankelijk te Krommenie, later te Haarlem. Publiceerde in 1733 een Meetkundig Ontwerp van de Croote Zon-Eclips (Amsterdam, J. van Keulen). Schreef met De Munck over de zon-eclipsen van 1737, 1738, 1739 en 1740, alsmede over de Mercurius-overgang van 1736. Een uitgebreide brief waarin De Munck in 1740 zijn observatorium beschreef is helaas verloren gegaan. In 1744 getuigt Spinder van zijn instemming met de door De Munck eerder dat jaar uitgegeven komeetobservaties. 154

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 200