GERRIT SPINDER (11758), Krommenie. C. 1740-1742. Broer van de voorgaande en eveneens landmeter. Verzorgde in 1737 de Nederlandse vertaling van de Astronomische Tafelen van de la Hire (Amsterdam, J. van Keulen). LEONARDUS STOCKE (1710-1775), Rotterdam. C.1755. Arts en privaat-docent in de proefondervindelijke en bespiegelende wijsbegeerte, aanvankelijk te Middelburg,later in Utrecht en Rotterdam. Schreef met De Munck over de aardbeving van 1755. COENRAAD STOLK, Zierikzee. P. 1744. NICOLAAS STRUYCK (1686-1769), Amsterdam. C. 1739-1745; P. 1742, 1744. Mathematicus te AmsterdamBezat vooral grote verdiensten op het gebied van de ver- zekeringswiskunde en de kometenstatistiek. Verwierf hiermee internationale bekend heid. ISAAC TIRION (1705-1765), Amsterdam. C. 1744-1748. Boekhandelaar en uitgever, onder meer van natuurwetenschappelijke werken. Was mede-uitgever van De Munck's Sterrekundige Waarnemingen van 1744, en was door hem ook aangezocht als de uitgever van de nooit verschenen verzamelde observaties. Verzorgde tevens het vignet voor het in 1748 verschenen bericht over De Groote Zon Eclips. CORNELIS VAN T(H)OL, Maassluis. C. 1744. Koopman. Waarnemer van de kometen van 1744 en 1748. COLLEGIE DER WETENSCHAPPEN, Haarlem. P. 1744. Betreft een van de drie niet formeel gereglementeerde gezelschappen waaruit in 1752 de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen is ontstaan. (Vgl.C.C. van Valken burg, Bevorderaars der Wetenschap, Haarlem, 1978, p. 94.) EEN 'WAARDIG EN SCHRANDER COLLEGIE', te Amsterdam. C.1739. Vermoedelijk een studie-groepje rond Martinus Martens. Reageerde met instemming op een berekeningsmethode voor een zon-eclips, welke door De Munck aan hen was voorgelegd. 155

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 201