II. DE ASTRONOMIE AAN HET BEGIN VAN DE ACHTTIENDE EEUW 1. Zie onder meer: A. PannekoekA history of astronomy, New York, 1961; Th. L. Han- kins, Science and the Enlightenment, Cambridge, 1985; M. Hoskin, Stellar Astronomy: Historical Studies, Chalfont St. Giles, 1985 2. C. de Waard, De uitvinding der Verrekijkers, Den Haag/Middelburg, 1906. A. van Helden, 'The invention of the Telescope', in Transactions of the American Philosophi cal Society, 67, part 4 (1977) 1-67. 3. Hankins, Science and Enlightenment, 41. 4. M. Daumas, Scientific Instruments of the I7th 18th Centuries, (New York, 1972), 174. H.C. King, The History of the Telescope (New York, 1955, 19792), 113. 5. A. van Helden, Measuring the Universe. Cosmic dimensions from Aristarchus to Hal- ley, Chicago/London, 1985. 6. Hoskin, Stellar Astronomy, 8, 34. III. LEVENSLOOP 1Tenzij anders vermeld berusten de in dit hoofdstuk genoemde gegevens op authentie ke documenten in het FA Van der Feen (na het overlijden van de laatste eigenaar over gebracht naar Rijksarchief in Zeeland). Hierin berust met name een ongepubliceerde biografie van De Munck (74 pp.), gedateerd januari 1853, en ten behoeve van de fami lie 'opgemaakt uit de nog overige van zijn nagelaten papieren' door De Munck's ach terkleinzoon P.J. Ackermans (verder aangehaald als manuscript Ackermans). Bij de samenstelling van dit geschrift is Ackermans zeer zorgvuldig te werk gegaan. Alle nog te controleren gegevens bleken correct te zijn weergegeven, zodat dit handschrift als een belangrijke bron mag worden aangemerkt. (Zie ook hoofdstuk IV.) 2. Vergelijk de vele particuliere onderwijzers genoemd in P.C.J. van der Krogt, Adver tenties voor kaarten, atlassen, globes e.d. in Amsterdamse kranten 1621-1811, Utrecht, 1985. Als voorbeeld noemen we slechts een annonce uit 1710: 'Cornelis de Bye, Ma thematicus tot Tholen, presenteert zyn dienst aen de Liefhebbers, omse Wiskonstig te onderwysen in de Geometria, Wynroeyen, Busschieterye, Fortificatie, Boukonst, 't maken der Plans en Practyk, met nieuwe en verbeterde Defensie als de Franse manier (fee. Nieuwe Hemels, Aerdse, Ronde en Platte Globen, en 't gebruyk; d'Astronomia, Sonnewysers, Perspective, Teken en Graveerkonst na 't Leven; Konstige Waterpers, Peylinge, Zeesluysen, Bestekken, Dykagien, perfecte Landscheydingen; met veel an dere saken, noyt in 't licht geweest'. (V.d. Krogt, 351.) 3. Van De Munck's cartografische arbeid is nauwelijks iets bewaard gebleven. Een aan tal kaarten is in 1940 verbrand. (Zie: C. de Waard, Inventaris van kaarten en tekenin gen (Middelburg, 1916), nrs. 441-448, 478, 508, 615 en 1576). Slechts een drietal schetskaartjes zijn overgebleven. (Zie: W.S. Unger, Catalogus van den Historisch-To- pografischen Atlas van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, dl.II (Middel burg, 1940), nr. 843, en RAZ, FA Schorer nr. 1111). 4. Van het merendeel van de hier genoemde functies zijn de originele benoemingsakten nog aanwezig. Overigens is de titel van 'stads-architect' in de achttiende eeuw alleen aan De Munck toegekend. Wel kende men een soortgelijke functie, de 'stads-fabriek'. Gedurende De Munck's leven (hij vervulde het ambt tot 1758) bestonden deze func ties naast elkaar. (Zie: H.M. Kesteloo, 'De stadsrekeningen van Middelburg 1700- 1810', in Archief ZGW 1902, 91). Als proefmeester van het Huistimmermansgilde wordt De Munck vermeld op de pen ningen van dit gilde uit 1738 en 1763. (Zie: D.A. Wittop Koning, De penningen der Noord-Nederlandse Ambachtsgilden, Amsterdam, 1978.) 157

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 203