kunstcollectie van ongekende omvang wist op te bouwen. (C. Bille, De tempel der kunst of het kabinet van den heer Braamcamp, Amsterdam, 1961.) Volgens Polder dijk, Houtzaagmolensbedroeg de winst van de Sociëteit in 1748 21980 ponden Vlaams, ofwel ruim 130.000 gulden. Op basis van het beginkapitaal van 1722 9600) zou dat het ongehoorde rendement van 229% betekenen! Als aandeelhouder kwam aan De Munck hiervan 1/16 deel toe, ofwel een bedrag van ruim 8000. Daarnaast had hij dan nog zijn andere inkomsten. Al met al een geheel ander inkomen dan hij voorgeeft te genieten bij de aanslag voor het Familiegeld. In deze belastingregisters wordt hij tot 1721 aangeslagen voor een jaarinkomen van 200,-; van 1722 tot 1740 blijkt dit 500,-te zijn en van 1741 tot aan zijn dood in 1768 staat een inkomen van 1500,- genoteerd. Conform de waarheid is dit duidelijk niet geweest. Mogelijk heeft hierbij een rol gespeels dat hij - in ieder geval van 1735 tot aan 1757 - financieel borg heeft gestaan voor de ontvanger van het Familiegeld, dwz. voor de man die de taxaties moest vaststellen. (RAZ, archief Rekenkamer D, acquiten bij de kohieren van het Familiegeld. Vgl. de analyse van de financiële positie van het re gentenpatriciaat bij M. van der Bijl, Idee en Interest. Voorgeschiedenis, verloopenach tergronden van de politieke twisten in Zeeland en vooral in Middelburg tussen 1702 en 1715, Groningen, 1981.) 19. De bouw van het gehele complex aan de Zuidsingel (dwz. woonhuis, pakhuis, obser vatieplaats en sterretoren) kostte De Munck in 1734-36 een bedrag van ruimf 34.000,- Voor zijn eerdere woonhuis 'Het Morenland' aan de Spanjaardstraat had hij in 1723 7800,- moeten neertellen (inclusief stalling en pakhuis). (FA Van der Feen, trans portakten en ms. Ackermans.) 20. FA Van der Feen, manuscript Ackermans, 70. Tevoren was Laurens Dunewey de Munck werkzaam geweest op een koopmanskantoor, na een schoolopleiding in Gou da. In 1742 werd hij aangesteld tot Pondgaarder In 1754 vertrok hij naar Leiden voor een studie in de wiskunde en militaire bouwkunde. Hierna vestigde hij zich in Maars- sen, waar hij in 1766 ontslag vroeg als militair ingenieur met de rang van Kapitein-Lui tenant. Hij overleed in 1771 te Utrecht. 21. RAZ, Archief Staten van Zeeland, 1673, fol. 4. (Benoeming 5 juli 1751). Kort hierop wordt Laurens eveneens beëdigd als 'examinator van de aspirant-landmeters voor de raad van Vlaanderen', een functie die zijn vader sedert 1728 had bekleed. (RAZVL 139) 22. Aldus blijkt uit de Huwelykszangen voor den Heere Johan de Munck, Jansz; en Jonk- vrouwe Johanna de Kanter; In den echt vereenigd binnen Middelburg den VII van Zo mermaand MDCCLII, (gedrukt, z.pl./z.jr.), aanwezig in FA Van der Feen. 23. Vgl. het statistische werk van astronomen als Halley, Pingré, Simpson en Struyck. 24. FA Van der Feen, manuscript Ackermans, 72. (Borgstelling op 16 juni 1751; tevoren had Johan de Munck al enige plannen 'tot loteryen en negociatien' bij de Staten van Zeeland ingediend. Vgl. Notulen Staten van Zeeland van mei, juni en december 1750.) 25. C. Gerretson en P. Geyl, Briefwisseling en aanteekeningen van Willem Bentinck, heer van Rhoon (tot aan de dood van Willem IV22 October 1751), dlI(Utrecht, 1934), 396- 398: Brief van Martinus Martens d.d. 19 maart 1748. Zie ook de opmerkingen van Fer- ner in Kernkamp (zie beneden noot 7 bij Hst. 4)361 26. A. de Munck, Dissertatio Juridica Inauguralis de Jure Cambii, Lugdunum Batavorum, Nic. Moens, 1751. 27. Over De Munck's jongste dochter Cornelia Sara is slechts bekend dat ze in 1758 ge trouwd is met Mr. Adriaan Geene. Hun dochter Johanna Catharina Geene huwde in 1776 met Pieter Ackermans. Via hen zijn De Munck's familiepapieren vererfd. 28. Beide portretten berusten nu in het Zeeuws Museum te Middelburg, (coll. KZGW nrs. 1702 en 1703). 159

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 205