NOTEN 1. P. van Musschenbroek. Beginselen der Natuurkunde, Beschreven ten dienste der land- genooten (Leiden, 1736) 'Voorreden', [p.I.] 2. R. Hooykaas, Rede en ervaring in de natuurwetenschap der XVIlIeeeuw, Inaugurele oratie Vrije Universiteit Amsterdam, 1946 (Loosduinen, z.j.) 4vv. Verg. ook E.J. Dijksterhuis, 'De Natuurwetenschap in de eeuw der Verlichting', in Universiteit en Hogeschool 2(1955-1956), 1-15. 3. Zie bv. T. Dekker, 'De popularisering der natuurwetenschap in Nederland in de achttiende eeuw', in Geloof en Wetenschap 53 (1955), 173-188; R. Hooykaas, 'De na tuurwetenschap in 'de eeuw der genootschappen', in NG 200 (Utrecht, 1977), 11-38. 4. I. Newton, Philosophiaenaturalisprincipia mathematica [Wiskundige beginselen der natuurwetenschap) le ed. London, 1687, 2e ed. Cambridge, 1713 en Amsterdam, 1714,3e ed. London, 1726. 5. Hooykaas, Rede, 15. 6. Fr. Algarotti, II Newtonianismo per le Dame, ovvero Dialoghi sopra la luce e i colore. Napoli, 1737. Van dit werk verscheen een Franse, Engelseen Nederlandse vertaling. Geciteerd wordt de Nederlandse vertaling: De Newtoniaansche Wijsbegeerte voor de vrouwen, of Samenspraaken over het Licht, de Kleuren en de Aantrekkingskracht. In het Italiaansch beschreven door den Heer Algarotti (Amsterdam/Utrecht, z.j., titel prent: 1767), 347. 7. Dit tweeregelig epigram is aangebracht op een marmeren herdenkingsplaat, die zich bevindt in de kamer waar Newton op 25 dec. 1642 werd geboren, in Woolsthorpe in Lincolnshire. 8. G.A. Steffens, Pieter Nieuwland en het evenwicht, (Zwolle, 1964), 212. (Zwolse drukken en herdrukken voorde Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, nr. 47). 9. Zo pleitte bijv. de Leidse hoogleraar Grieks Tiberius Hemsterhuis (1685-1766) er voor de beginselen van de natuur- en wiskunde te verbinden met de 'versierselen' van de letteren: Steffens, Pieter Nieuwland, 116; verg. S. Galama, Het Wijsgerig Onder wijs aan de Hogeschool te Franeker 1585-1811 (Franeker, 1954), 166, noot 1 10. Hooykaas, Rede, 5-9. 11Men zie hiervoor bv. Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw XV (1983), nrs. 57-60; W.W. Mijnhardt, 'Het Nederlandse Genootschap in de achttiende en vroege negentiende eeuw', in De Negentiende Eeuw 7 (1983), 76-101. 12. Men zie hiervoor bv. F. Fraunberger, 'Elektrische Spielereien im Barock und Roko- ko'Abhandlungen und Berichte des Deutschen Museums 35, Heft 1München, 1967. 13. Zie bv. Hooykaas, 'Natuurwetenschap', Dekker, 'Popularisering'; H.A.M. Snel- ders. 'De beoefening van de natuurkunde door de gegoede burgerij in de achttiende eeuw' in Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw, nr. 31-32 (1976), 3-24; H.A.M. Snelders, 'De beoefening van de natuurkunde in de achttiende eeuw', in De historische ontwikkeling van de natuurkunde, Studium Generale T.H. Eindhoven (1977) IV, 4vv. 14. Verg. de uitspraak van Shapin: 'Theology and Matter-theory were once more inex tricably intertwined', S. Shapin, 'Social uses of science', in G.S. Rousseau R. Por ter eds.The ferment of knowledge, Studies in the Historiography of Eighteenth-Cen tury Science (Cambridge etc., 1980), 93-139, ihb. 116. 15. 'If we say with Descartes that extension is body do we not manifestly offer a path to atheism A.R. Hall and M. Boas Hall, Unpublished Scientific Papers of Isaac Newton (Cambridge, 1962), 142-143. 198

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 256