schreven in het Nederlands, maar ook in het Frans en in het Latijn. Het staatkun dig werk omvat veel wetboeken uit diverse gewesten, maar ook zijn er werken van Hugo de Groot met commentaren. Onder het litteraire werk komen boeken voor van de raadpensionaris van Zeeland, Johannes de Brune: De Psalmen Da vids, Zinnewerck, Banketwerck. Opmerkelijk is de vermelding: Verscheyde mathématische boucken door Corns. Eversdyck met de hant geschreven gequoteert met de letteren A, B, C, etc zynde gecomen tot de letter V. Zonder de letter Vzijn dat 21 boeken met aan tekeningen, waarvan boek C, dat is het 'Claddebouck', zich in het archief van de gemeente Goes bevindt. Het boek 'Interest-rekeninge' heeft geen letter-aandui- ding. Aantekeningen in de marge verwijzen in boek C naar overeenkomstige ar tikelen in andere aantekenboeken. Ook komen veel later bijgeschreven aanvul lingen voor. De rekenmeester moet zich wel intensief met de wiskunde en haar toepassingen hebben beziggehouden. 6. Rekenwijzen in Eversdyck's tijd In het begin van de 17e eeuw werden enkele rekenmethoden gebruikt die tegen woordig niet meer zo bekend zijn. Twee rekenwijzen verdienen de aandacht: de regel van drieën en de cos. Bij de volgende uiteenzetting wordt een beroep ge daan op enige kennis van de elementaire wiskunde. a. De regel van drieën Deze regel leerde de vierde evenredige te bepalen bij drie gegeven getallenEen voorbeeld, ontleend aan Cijfferinge van Willem Bartjens11': Als 4 Ellen Linnen kost 9 guldens, hoeveel kost dan 16 ellen? Met de regel van drieën zoals Eversdyck die hanteert luidt de oplossing: 4916 Facit 16 x 9 4 36. De verklaring is niet zo moeilijk, namelijk: 4 ellen kosten 9 guldens 1 el kost 9 4 guldens 16 ellen kosten 16 x 9 4 guldens We berekenen dus eigenlijk x uit de evenredigheid 4 9 16 x Het gebruikte schema is als volgt opgebouwd: gegeven gevraagd ellen guldens ellen guldens 4916 Toepassingen van de regel van drieën. 1Het berekenen van de omtrek van een cirkel. Hoe groot is de omtrek van een cirkel met middellijn 25? We nemen n 3,14, hetgeen wil zeggen: een cirkel met middellijn 1 heeft een omtrek van 3,14. Nu gebruikte Eversdyck geen 'komma-breuken', dus hij rede neerde: een cirkel met middellijn 100 heeft een omtrek van 314. De oplossing van het vraagstukje is: gegeven gevraagd diameter omtrek diameter omtrek 25 x 314 100 78V2 10031425 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 80