Justitie in Batavia liep op niets uit. In zijn eis tegen Gerritsz en Rumpf had Ma- caré de beschuldiging uitgesproken dat gouverneur Becker louter op verzoek van Rumpf de klerk Van de Rondewerken had overgeplaatst. Becker voelde zich diep beledigd en meende dat zijn gezag door de beschuldiging van Macaré werd on dermijnd. Macaré werd opgedragen een nieuwe eis op te stellen met weglating van de zaak Van de Rondewerken. Macaré weigerde dit en werd veroordeeld tot een boete van 100 rijksdaalders30. Op 24 juli 1711 nam de Politieke Raad het be sluit om Pieter Macaré te schorsen omdat.Macaré den gouverneur Becker en den Raad van Justitie aldaar soude hebben gehoond met soodanige verregaande lasteringe tegen disselfs gesag en compatibel respect, dat den gouverneur hadde verklaart met soodanigen vuylaardigen en onbequamen fiscael noyt sessie in een- ige collegie te zullen houden als hem niet anders konnende considereren dan voor een leugenaar, lasteraar en pertubateur der gemeene ruste..'31 Macaré verzette zich hiertegen en meende dat de plaatselijke autoriteiten hele maal niet bevoegd waren om hem te schorsen. Alleen de Hoge Regering in Bata via mocht een independent-fiscaal voorlopig schorsen in afwachting van een de finitief besluit uit patria. Op 27 juli 1711 moest Macaré zijn gehele administratie overdragen aan zijn tijdelijke vervanger, de substituut fiscaal Daniel Tiste32. Protest en reactie In een brief aan gouverneur-generaal Van Riebeeck in Batavia schreef Macaré dat iedereen op Ceylon wist dat zijn schorsing onrechtvaardig en onwettig was, maar dat niemand had durven reageren uit angst dat hen hetzelfde lot zou overko men. Bovendien was hij door de kerkeraad van Colombo uit de kerk gezet waar door hij '...onttrocken was van het voedsel zijner ziele...'33. Volgens Macaré moest de kerkeraad dit wel doen uit vrees voor Beckerwant wij leven hier on der een souveraine regeringe daar de inquisitie is ingevoert.'34. Macaré meende dat zijn werk als independent-fiscaal weinig zin had en verzocht om overplaatsing naar Coromandel waar de functie van independent-fiscaal va cant was35. In augustus 1711 deed de Raad van Justitie te Colombo uitspraak in de zaak tegen Gerritsz en Rumpf. Gerritsz werd schuldig bevonden aan privé-handel en uit Compagniesdienst ontslagen. Rumpf daarentegen werd vrijgesproken36. Op Ceylon bleef men de geschorste Pieter Macaré op alle mogelijke manieren tegen werken. Zo werd hem geweigerd om op de secretarie van de Raad van Justitie de 30. Ibidem, f. 1324, 21 juli 1711. 31. ARA, ArchiefVOC, inv.nr. 8926, Copie missiven en rapporten Ceylon, f. 340, 1 augustus 1711. 32. Ibidem, f. 340, 1 augustus 1711 en f. 424, 21 juli 1711 33. ARA, ArchiefVOC, inv.nr. 1806, Overgekomen brieven en papieren, 8e boek, Ceylon, 3e deel,f. 1448-1457, 27 juli 1711. 34. ARA, Archief VOC, inv.nr. 8926, Copie missiven en rapporten Ceylon, f. 5314 oktober 1711. 35. Ibidem, f. 427, 6 augustus 1711 36. ARA, ArchiefVOC, inv.nr. 1806, Overgekomen brieven en papieren, 8e boek, Ceylon, 3e deel.f. 1285-1287,21 augustus 1711. 87

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1988 | | pagina 129